Vandaag bakken we smeuïge frambozencupcakes met amandel. Gezellig om samen te bakken en van te genieten, of het nu een druilerige zondag is of een stralende dag met koffie in de lentezon.
Groot nieuws op lokaal niveau. Na 50 jaar besloten de kleinzonen van de laatste brouwer de historische brouwerij Taymans te heropenen in de Brusselse gemeente (stadsdeel) Jette, waar ik zelf ook woon. De traditionele geuze rijpt nog op de vaten, maar in afwachting hebben ze toch al twee andere bieren gemaakt, een saison en een IPA. Bier is lekker om te drinken, maar je kunt er natuurlijk ook prima mee koken. Daarom ben ik met hun IPA, Taymans 1906, aan de slag gegaan. Na wat uitproberen kwam ik uit een bij een relatief simpele ragout met prei en champignons. De biersmaak is zeker niet overheersend, maar je proeft wel de licht bittere hopsmaak. Lekker met een traditioneel pasteitje, maar het kan ook prima met pasta.
Met boerenkool kun je veel meer dan alleen stamppot maken. Daar kwam ik de afgelopen maanden wel achter, toen ik deze superfood uit eigen tuin oogstte. Vanavond maakte ik een heerlijk bijgerecht met boerenkool, wortel en champignons – geïnspireerd op de gulai van Vanja van der Leeden. Gulai is een soort curry die in Indonesië wordt gegeten met cassaveblad, dat wel iets weg heeft van boerenkool. De steeltjes van verse boerenkool zorgen voor een bite. Van voorgesneden boerenkool uit de supermarkt heb je overigens iets minder nodig.
Een stuk vruchtencake kan altijd, maar versierd met chocolade-eitjes wordt het een echte paastraktatie. Deze frambozencake doet het goed bij de koffie, maar kan ook als onderdeel van de paasbrunch. Houd er rekening mee dat het geen lichte cake is, hij blijft wat vochtig door de frambozen en de room maakt hem extra machtig.
Afgelopen juni kwam een kinderwens in vervulling: vakantie vieren in het Zwarte Woud, de wereld van prinsessen, heksen, wolven, geitjes, koekhuisjes, kabouters en betoverde spinnenwielen. En onlosmakelijk verbonden met de beroemde kersenstaart, de Schwarzwälder Kirschtorte. Ik ken die taart als een droge chocoladecake met mierzoete kersenjam waar ik nooit erg dol op was. Er was me echter wel verteld dat de meeste in Nederland verkrijgbare Schwarzwälder Kirschtorten in niets lijken op de échte, maar dat kon natuurlijk net zo goed een sprookje zijn.
In het kader van de Week Zonder Vlees & Zuivel mogen we nog een recept publiceren uit Karin Luitens Vega zónder pakjes & zakjes. Karin vindt het erg jammer dat veel mensen naar kant-en-klare sauzen of te dure zakjes grijpen. Dus maakt ze deze populaire producten na, maar dan gezonder en met niet eens zoveel moeite.
Je kunt natuurlijk gewoon een boterham eten, terwijl de helft van je collega's een warme lunch in de kantine haalt. Maar liever maak ik indruk met een originele, zelfgemaakte lunch - niet dat iemand er echt op let of er wat over zegt, maar indruk op mezelf maken vind ik stiekem ook leuk. Deze gevulde farinata heb je de avond vantevoren binnen vijf minuten in de oven. Simpel, maar zo lekker en kleurig dat je het ook rustig als plantaardig feesthapje kunt serveren.
Goulash is het nationale gerecht van Hongarije en houdt het midden tussen een stoofpot en soep. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van hoe je het klaarmaakt. Een leuke variant van goulash is aardappelgoulash waarin - je raadt het al - niet het vlees maar de aardappel de hoofdrol speelt. Hiervan bestaan ook heel wat verschillende versies, die zowel opgeëist worden door Hongarije als door Oostenrijk. Omdat beide landen elkaar erg beïnvloed hebben in het verleden is dit niet heel verwonderlijk. Deze discussie laten we verder links liggen en we maken onze eigen versie met bruine bonen voor een extra vullend gerecht.
Als tiener proefde ik gnocchi voor het eerst. Dat was geen succes: ik kon me niet voorstellen dat iemand die melige balletjes echt lekker vond. Jarenlang at ik ze niet meer, tot ik twee jaar geleden besloot gnocchi weer een kans te geven. Ik kocht de verse variant en bakte deze (dus zonder te koken) in wat olijfolie. Wat waren die pastaballetjes ineens lekker! Omdat ik laatst niet kon kiezen tussen pesto en tomatensaus als smaakmaker, gebruikte ik ze allebei. Zo kwam ik tot dit heerlijke en makkelijke gerecht.
Deze soep is gebaseerd op bissara, een zeer traditionele soep van spliterwten of gedroogde tuinbonen uit de Marokkaanse keuken. Deze kende ik al een poosje en onlangs heb ik de soep een paar keer gemaakt. Maar zoals vaker wil ik na een paar keer wel eens afwijken van het oorspronkelijke recept, op basis van wat er in mijn koelkast ligt en waar ik op dat moment zin in heb. Zo geschiedde het ook hier: ik heb de ui in het oorspronkelijke recept vervangen door prei en een deel van de peulvruchten vervangen door knolselderij. Zo krijg je opeens een heel ander gerecht en daarom wil ik het ook niet meer bissara noemen, maar eerder soep met een Marokkaans tintje. Los van alle uitleg is dit vooral gewoon een lekkere, vullende soep voor op een winterdag.
Heb je zin om ons team te versterken? Wij zijn op zoek naar nieuwe culinaire redacteuren, gastredacteuren en restaurantgidsredacteuren.. Ben je geïnteresseerd? Lees hier verder!