Sinterklaas is weer in het land en dus liggen de winkels alweer weken vol met sinterklaaszoetigheid. Best lekker natuurlijk, maar in deze tijden van coronakilo’s en de daaruit voortvloeiende aandacht voor het belang van een gezonde leefstijl, mag het ook wel eens wat minder zoet met die goedheiligman, vinden we bij Vegatopia. Dus bedachten we een lekker sinterklaasbananenbrood, geheel zonder suiker en met extra weinig koolhydraten door het gebruik van amandelmeel en havermout, maar toch vol van smaak door de geurige specerijen en een vleugje appeltjes van oranje. En nog supersnel en makkelijk te maken ook! Daar kun je nog eens een plak extra van afsnijden tijdens de thuiswerktheepauze. Of start er de dag feestelijk en gezond mee als ontbijt!
Soms wil je gewoon iets snels klaarmaken met ingrediënten die je in huis hebt, of met dingen die eigenlijk op moeten. Het idee voor deze gebakjes is dan ook ontstaan toen ik nog een paar plakjes ontdooid bladerdeeg had liggen na het maken van een eerder recept voor Vegatopia. Wat kan ik ermee doen? Wat heb ik verder nog in huis? In bladerdeegpizza had ik geen zin, ik had liever iets zoets dat ook weer niet mierzoet is. Daarom bedacht ik deze appel-rabarbergebakjes. Ze zijn klaar in een handomdraai en daarbij zijn ze ook nog eens puur plantaardig, afhankelijk van het type bladerdeeg dat je gebruikt. Ik gebruikte rabarbarjam, maar indien je deze niet kan vinden dan kun je ook rabarbercompote gebruiken. De appel en de fris-zure rabarber gaan erg goed samen.
Deze crumble is voor twee personen, lekker als toetje als het plots weer een keertje koud en regenachtig is. Aardbeien en rabarber zijn ongeveer tegelijk in het seizoen en maken een fijne combinatie. Aardbeien zijn van zichzelf erg zoet, en rabarber heeft iets zuurs.
Het boek NOSH van Esther Erwteman bevat allerlei vegetarische recepten die bij de Joodse etenswijze passen. Een van de traditionele recepten is Challa, een mooi gevlochten brood dat op de Shabbat gegeten wordt. Dit is een recept voor de traditionele Challa, met zaadjes bedekt.
Na elf jaar in Duitsland te hebben gewoond vind ik het Nederlandse brood doorgaans maar slap en laf. Geef mij maar een stevig Duits brood met een knapperige korst en lekker veel pitten en zaden. Gelukkig heb ik, nu we weer in Nederland wonen, mijn hoogstpersoonlijke Duitse thuisbakker. Uiteraard bakt hij met zuurdesem, maar soms vergeet hij de dag voor het bakken het voordeeg te maken of heeft hij zin in iets anders. Dan bakt hij gewoon dit brood met gist, met lekker veel zaden en roggemeel. Nu hij voor repetities een poosje in Duitsland is, moet ik mijn brood zelf bakken. Uit ervaring kan ik zeggen: dit broodrecept kan, als je de aanwijzingen precies volgt, bijna niet mislukken. Als je de rust- en baktijd niet meerekent, ben je ook maar een kwartiertje écht bezig.
Deze taart hebben we niet zelf uitgevonden, ze is zelfs bekend onder verschillende namen. In België noemen we ze petit-beurretaart, in Nederland zijn er verschillende namen, waaronder beppetaart. Zelfs mijn Braziliaanse vrienden kennen iets gelijkaardigs. Het basisprincipe blijft echter altijd gelijk: laagjes koekjes afgewisseld met laagjes boterroom. Natuurlijk zijn er veel variaties. Daarom maken we onze eigen versie met mokkasmaak. De taart is gemakkelijk en snel te maken en daarom ook leuk om samen met de kinderen te doen. En de taart hoeft niet de oven in, wel enkele uren tot een hele nacht in de koelkast.
Een hele pompoen is wat veel voor twee, daarom maak ik van wat over is vaak puree voor in de vriezer. Zoveel mogelijk in porties van 400 gram, uit ervaring weet ik dat dat een mooie hoeveelheid is voor allerlei gerechten. Zoals de cake in onderstaand recept. Pompoen, kaneel, gember en sinaasappel geven de cake een warme smaak die goed past bij de tijd van het jaar. Als je pompoenpuree bij de hand hebt vraagt deze cake weinig bereidingstijd. Bewaar de pompoencake in een afgesloten doos in de koelkast, maar vries hem niet in.
De appeloogst is volop bezig: een goede reden om een appelcake te bakken. Dat kan op de klassieke manier, maar soms is het tijd voor een klein experiment. Laatst maakte ik een gerecht met hangop. Dat is yoghurt die je een aantal uur laat ‘uithangen’ in een thee- of kaasdoek waardoor je een dikke romige yoghurt krijgt. Wat er overblijft is een waterige zurige en eiwitrijke vloeistof: wei. Nu houd ik wel van restverwerking, dus de wei die overbleef wilde ik graag verwerken. Ik maak geregeld sodabread, een kruimelig brood op basis van meel, bakpoeder en karnemelk en wist dat de zure karnemelk ook door wei vervangen kan worden zoals in dit recept. Er zijn natuurlijk ook zoete broden, muffins en scones die ook met karnemelk bereid worden. Vanuit die gedachte leek het me leuk een cake te maken met de overgebleven wei.
Mijn laatste vakantie bracht mij voor het eerst in Portugal, een ervaring die niet tegenviel! Ik had me voorbereid en wist dat vegetarisch eten in de steden geen probleem hoefde te zijn. Van de situatie in de landelijke gebieden of de afgelegen bergdorpen had ik geen idee.
Twee tropische smaken, kokos en banaan, zijn gecombineerd tot deze zomerse cakejes. Makkelijk te maken en ze blijven een paar dagen nog lekker smeuïg. Versier de cakejes met wat (kokos)slagroom en kokosschaafsel voor een speciale gelegenheid, of hou ze naturel voor gewoon bij de (ijs)thee.
Heb je zin om ons team te versterken? Wij zijn op zoek naar nieuwe culinaire redacteuren, gastredacteuren en restaurantgidsredacteuren.. Ben je geïnteresseerd? Lees hier verder!