Meestal haal ik oliebollen bij de bakker op de hoek of bij de kraam op het plein, maar die worden gemaakt met melk en boter en dit jaar krijgen we vegans op bezoek. Ook hen wil ik graag op oliebollen kunnen trakteren, dus ik besloot zelf aan de slag te gaan. Als kind hielp ik jaarlijks met bakken van oliebollen en het leek me niet zo moeilijk het recept een beetje aan te passen. Ik experimenteerde wat met mijn vaders recept en haalde meer inspiratie van internet en uit kookboeken. Ik probeerde verschillende soorten plantaardige melk en varieerde met smaakstoffen. Mijn gasten houden niet van krenten en rozijnen, die liet ik dus weg, maar als je er wel van houdt kan je ze natuurlijk gewoon toevoegen.
Vergis je niet in de hoeveelheid olie, werk met een ruime pan waar voldoende olie in zit, zodat de bollen vrij kunnen dobberen. Zorg voor extra olie om zo nodig de hoeveelheid in de pan aan te vullen.
Droge gist moet geactiveerd worden, dat doe je met lauwe havermelk met suiker. Als de melk te koud is, wordt de gist niet actief en als de melk te warm is (boven de 41°C) slaat de gist ‘dood’. Zout is niet goed voor gist, die voeg je daarom gelijk met de bloem toe, zodat het niet al te direct met de gist in contact komt. Hoe gist op citroen reageert, weet ik het niet, maar ook die heb ik voor de zekerheid op het laatst toegevoegd. Maar laat je niet afschrikken: als je gewoon de aanwijzingen hieronder volgt, gaat het lukken.
Voor ± 24 oliebollen
500 g bloem
5 dl havermelk
7 g droge gist (1 zakje)
50 g plantaardige boter
2 el suiker
1 tl zout
2 zakjes vanillesuiker
1 biologische citroen
eventueel 150 g krenten/rozijnen en 250 ml warm water
Om te bakken:
2 á 3 l zonnebloemolie
Handig:
een ijsbolletjesschep
een ruim vergiet met daarin een schone theedoek
- Als je krenten en/of rozijnen gebruikt, begin dan met het wellen van de zuidvruchten: doe ze in een schaaltje, overgiet ze met warm water, en zet opzij. Rasp de schil van de citroen en zet ook dat opzij.
- Snijd de boter in kleine stukjes. Verwarm de havermelk op laag vuur tot handwarm (als je een thermometer gebruikt: tot ongeveer 35°C). Voeg boter, gist en suiker toe en roer licht door. De boter smelt en het mengsel begint te schuimen. Laat even staan zodat er flink wat schuim kan ontwikkelen.
- Zeef de bloem, meng het zout er doorheen en maak in het midden een kuiltje. Giet het gistmengsel langzaam in het kuiltje en roer van binnen naar buiten tot alle bloem goed opgenomen is.
- Voeg vanillesuiker en citroenrasp toe. Giet de krenten of rozijnen (als je die gebruikt) af, dep ze droog en voeg deze ook toe. Roer alles nog één keer kort goed door. Dek het beslag af met een vochtige theedoek en zet het weg op een warme, tochtvrije plek. Laat het beslag minimaal 1 uur rijzen, het moet ongeveer in volume verdubbelen.
- Verwarm de olie tot 180°C. Roer het beslag nog een keer door en schep met de ijsbolletjesschep porties beslag in de olie. Vouw eventuele 'uitlopers' terug over de bol, zodat je niet allemaal harde stukken aan de bollen krijgt. Wat krokante randjes is lekker, maar teveel daarvan wordt vervelend. De bollen mogen elkaar niet raken. Controleer na 3 á 4 minuten of de onderkant al mooi goudbruin is, draai ze om en bak de andere kant ook tot goudbruin.
- Laat de oliebollen in het vergiet met de theedoek wat afkoelen en leg ze daarna in een kom met keukenpapier op de bodem.
- Serveer met poedersuiker.
NB: Wanneer je geen ijsbolletjesschep hebt, kan je ook met twee aparte lepels werken: een sauslepel om de hoeveelheid te bepalen en een gewone lepel om het beslag uit de sauslepel in de olie te scheppen. Dat werkt bijna net zo goed!
