Inmiddels ben ik 20 jaar vegetariër, ongeveer de helft van mijn leven en in principe mijn hele volwassen leven. Vegetarisme is een deel van mezelf geworden, een dagelijkse gewoonte waar ik niet meer constant over nadenk. Maar misschien moet ik dat nu net wel eens doen. We zijn inmiddels 2 decennia later: de wereld is veranderd, de kijk op vegetarisme is veranderd en ikzelf ben veranderd. Een moment om alles eens op een rijtje te zetten, terug te gaan naar het begin en te kijken naar de toekomst.
Hoe het begon
Ik heb pas echt kennis gemaakt met het concept vegetarisme tijdens mijn studententijd in Maastricht. Daarvoor kende ik het enkel vaag van tv. Naarmate ik meer vertrouwd geraakte met de vegetarische keuken, ben ik ook meer gaan nadenken over de beweegredenen erachter. Toegegeven, in het begin stond ik er erg kritisch tegenover. Vaak hoorde ik dingen in de aard van “laten we vriendjes worden met al de lieve diertjes” en “als vegetariër red ik honderden dieren het leven”. Het eerste argument vond ik te zweverig, het tweede klopt strikt genomen niet. Door gewoonweg geen vlees te eten, red je geen dieren uit de vleesindustrie. Haast geen enkel dier geraakt er levend uit. Wel realiseerde ik me dat je door geen vlees te eten ervoor zorgt dat minder dieren geboren worden in erbarmelijke omstandigheden. Vlees wordt immers aangeleverd op basis van de vraag. Dit was mijn kantelpunt.
Mijn vleesverbruik was al verminderd, maar nu begon ik doelbewust verder af te bouwen. In eerste instantie at ik nog maar hooguit één keer per dag vlees. Een paar maanden later drie keer per week 50 gram of zo, vooral omdat het moest. Toen gaf mijn familie de tegenkanting op. Ze zagen in dat ik het écht niet meer wilde eten en dat het daarom beter was om mij te steunen in een evenwichtige vegetarische voeding. Hier ben ik hen nog steeds erg dankbaar voor. In totaal heb ik er een klein half jaar over gedaan om vlees en vis volledig af te zweren.
Op dat moment kwamen de eerste vleesvervangers in de betere supermarkten. Het aanbod was wel nog beperkt. Hierdoor kreeg ik vrij vaak dezelfde groenteschijf bij mijn aardappels en groente. Het was soms een beetje saai, maar daar kon ik wel tegen. Toen ik niet veel later alleen ging wonen, begon mezelf te leren koken met groenten als uitgangspunt. Ik kocht een paar vegetarische kookboeken en werd een trouwe bezoeker van Vegatopia. Dit was toen veel meer dan nu een forum – of soms zelf een soort helpdesk – voor mensen die vegetariër wilden worden.
Als vegetariër de wereld in
De overstap maken naar vegetarisme is nog maar het begin. Daarna begint het leven als vegetariër. Vooral in het begin heb ik veel moeten leren. Echt koken kon ik nog niet. Ik heb dus pas leren koken toen ik net vegetariër was, maar toch heb ik hele idee dat het vlees centraal staat bij de maaltijd uit mijn hoofd moeten zetten. Je kan er in principe op verder blijven borduren door telkens een vleesvervanger te gebruiken, zoals supermarkten en gesponsorde tijdschriften voorstellen.
Stap voor stap heb ik mijn culinaire wereld uitgebreid via kookboeken, via het internet en dan natuurlijk Vegatopia in het bijzonder. En eigenlijk ook wel via de steun van mijn ouders. Telkens wanneer ik bij hen ging eten, deden ze hun uiterste best om iets bijzonders voor me klaar te maken, vooral dan op speciale dagen zoals Kerst. Na een tijdje wordt de nieuwe gewoonte een routine: je eet geen vlees en geen vis uit gewoonte. De reden waarom je dit doet geraakt meer op de achtergrond omdat je jezelf niet meer constant moet uitdagen.
Heb ik mijn vegetarisme ooit in vraag gesteld? Ja. Zeer vaak eigenlijk. Dat speelt vooral wanneer ik op reis ben of mensen ontmoet die helemaal niet snappen wat vegetarisme is. Op dat moment besef ik ook wat dat ik in hun ogen extreem ben. Wanneer ze naar mijn motivatie vragen, ben ik eerlijk maar zeker ook niet prekerig. Je kunt ze toch niet overtuigen, maar wel sensibiliseren. Heb ik ooit overwogen om te stoppen? Nee, nooit. Hoewel ik niet meer constant zit de argumenteren, blijft mijn overtuiging staan. Ook dat ik het al zo lang doe, maakt doorgaan gemakkelijker. Ik hoef echt niet meer te weten hoe een biefstuk smaakt. Het interesseert me totaal niet.
Mijn engagement is ook geëvolueerd door de jaren heen. In het begin zat ik op de vegetarische fora om zelf dingen te leren en wereld te ontdekken. Beetje bij beetje ben ik ook bijdragen gaan leveren aan Vegatopia. In het begin op aangeven van Jan en Tertia, later uit eigen initiatief. Telkens heb ik me meer geëngageerd waardoor ik hier uiteindelijk redacteur geworden ben. Twintig jaar geleden was ik een toeschouwer, nu bepaal ik mee de inhoud en hierdoor ook deels de visie op vegetarisme.
De grootste uitdaging door de jaren heen is misschien wel mijn eigen grenzen bepalen. Er bestaan wel definities van vegetarisme en veganisme, maar uiteindelijk bepaal je zelf hoe ver je daarin gaat. Het Westers ethisch vegetarisme is een filosofie, een levenswijze en geen leefregel die het opperwezen opgelegd heeft. Wat doe je met niet-vegetarisch gestremde kaas? In hoeverre ga je alle ingrediënten controleren? Hoe ga je om met familie-etentjes? In online discussiegroepen worden deze vragen constant besproken en het is altijd de meest rabiate persoon die meent dat enkel zij of hij gelijk heeft, terwijl situaties niet altijd zo zwart-wit zijn. Ik heb hier ook telkens over nagedacht, maar uiteindelijk heb ik de regels die ik in het begint volgde niet bijgesteld. Wel is mijn argumentatie veranderd. In het begin speelden spirituele redenen nog een rol, maar ben ik daar nog maar weinig mee bezig. Aan andere kant is het milieu-aspect veel belangrijker geworden, ook voor mezelf.
Sommige situaties zijn complexer. Hier wegen meer argumenten dan enkel het vegetarisme. Zo herinner ik me vraag van een vroegere forumbezoekster: "Sinds mijn nieuwe medicijnen voel ik me veel beter. Nu heb ik ontdekt dat deze pillen gelatine bevatten. Moet ik stoppen met de behandeling?". Hier een simplistisch antwoord op geven, kan gevaarlijk zijn. Zelf heb ik haar toen wel duidelijk gemaakt: zolang er geen ander gelijkwaardig merk is zonder gelatine, ga door met de behandeling. Het gaat hier wel over jouw gezondheid. Een andere situatie werd aangehaald door Tobias Leenaert: als je veganist bent en je eet twee keer per jaar bij je grootmoeder een zelfgebakken niet-veganistisch koekje omdat je haar niet voor het hoofd wil stoten, hoe zwaar til je hieraan? Sociale relaties zijn ook belangrijk.
Het ergst zijn voor mij toch de zelfverklaarde goeroes die er niet enkel een zeer strikte definiitie van wat een vegetariër en een veganist is op nahouden, maar die dan ook nog eens met tal van andere dingen komen die je ook zou moeten volgen. Op het Vegatopiaforum hadden we vroeger bepaalde personages die wel elke week met iets nieuws kwamen en dan totaal niet snapten waarom jij dat dan ook niet deed. Ze begonnen als vegetariër, dan veganist, dan geen alcohol, dan geen koffie, dan geen chocolade, dan zoveel mogelijk rauw... De glutenbestrijders hebben we natuurlijk ook over de vloer gekregen. Meestal gaat het om mensen die zelf zwaar op zoek zijn naar hun plaats in de maatschappij en zich op deze manier willen laten horen. Zelf sta ik hier ver boven, maar natuurlijk maak ik me wel zorgen over de mensen, de jongeren die op zoek zijn naar antwoorden en die door die stroom aan vaak tegenstrijdige onzin niet meer weten wat ze kunnen eten.
En verder?
De wereld verandert. Vleesloos eten is inmiddels mainstream, 20 jaar geleden was dit veel minder het geval. Maar het kan nog altijd beter. In de meeste restaurants in het vegetarische aanbod erg voorspelbaar. In Brussel, waar ik woon, krijg ik doorgaans kaaskroketten als voorgerecht en dan een pasta of een lasagne als hoofdgerecht. Dit moet beter. Dit geeft me net zin om met de andere mensen van Vegatopia te blijven werken aan leuke recepten en een betere beeldvorming van de vegetarische keuken.
De veganistische keuken is nog meer geëvolueerd. In de jaren '90 stond die nog in de kinderschoenen. Toen werden de meeste receptensites gemaakt door jonge mensen die erg gemotiveerd waren om het veganisme te promoten, maar die vaak niet echt konden koken. Met alle gevolgen vandien. Vegan tomatensoep met balletjes was dan in werkelijkheid tomatensoep met een blik kikkererwten. Dit is toch niet hetzelfde. Intussen ligt dit achter ons. De veganistische keuken heeft zich tot een hoger niveau verheven. Mensen die nu puur plantaardig willen koken, hebben iets om op te terug te vallen. Dit motiveert me ook om vaker puur plantaardig te gaan koken.
Ik kan ook geen toekomst voorspellen, we zien wel hoe de wereld verandert. Maar we blijven ons inzetten voor een betere wereld.
Meer achtergrond en opinie!
- Tobias Leenaert - de pragmatische veganist
- Je bent een rund als je met aroma stunt
- Mannen koken om te imponeren, vrouwen scoren beter
- Een plotse hipheid
- Vega eten volgens de Schijf van Vijf
- Vervang niet, zoek een alternatief