Amarant is niet alleen een ultrahip superfood, maar vooral ook een erg lekker ingrediënt voor allerlei gerechten. Zelf ben ik al jaren fan van de amarantproducten van het bio-merk Allos, zoals de chocolade- en notencrunchy's en de met chocolade omhulde gepofte amarantrepen. Ik was daarom erg blij toen ik in de natuurwinkel Amaranth Pops, kant en klaar gepofte amarant, vond. Hiermee kun je makkelijk je eigen muesli of gebakjes opleuken, maar ook zelf amarantrepen maken. Of deze vrolijke chocoladerotsjes, die je eigenlijk ook superrotsjes zou kunnen noemen.
Amarant is een glutenvrij zaad en zit vol met mineralen en eiwitten. Het is familie van de beroemde quinoa, maar het smaakt wat milder en het is gelukkig goedkoper.
Met de vulling van de rotsjes kan eindeloos gevarieerd worden. Ik heb zelf twee soorten gemaakt: pure met pistachenootjes en cranberry's, en witte met pinda's en rozijntjes. Natuurlijk kunnen vrijwel alle soorten nootjes en gedroogde vruchten gebruikt worden. Wat dacht je van amandel en Incabessen of cashewnoten en abrikoos? De witte chocolade kan door melkchocolade vervangen worden.
De honing wordt hier, behalve voor de smaak, gebruikt als plakmiddel. Hiervoor kan ook bijvoorbeeld rijststroop of agavesiroop worden gebruikt. Of een notenpasta, zoals amandel- of hazelnotenpasta. Als het maar plakt en bij de rest van de ingrediënten past! Tenslotte zou de geraspte kokos nog door amandelmeel of chiazaadjes vervangen kunnen worden. Wat er maar in je keukenkastje staat, eigenlijk. Maar de hieronder beschreven varianten zijn natuurlijk ook erg lekker.
Ik gebruik voor dit recept de magnetron om de chocolade te smelten, maar je kunt ook de 'au-bain-marie'-manier gebruiken als je geen magnetron kunt of wilt gebruiken. Smelt de chocolade dan in schalen die groot genoeg zijn om boven een pan met een laag zachtjes kokend water te hangen, en zorg ervoor dat de onderkant van de pan niet het water raakt. Blijf roeren tot de chocolade net gesmolten is en haal dan de schaal van de pan af.
Amarantrotsjes
voor 16 stuks
voor de donkere rotsjes:
1 el pistachenootjes
1 el gedroogde cranberry's
2 el gepofte amarant
1 tl honing (of granenstroop)
2 tl geraspte, gedroogde kokos
40 g pure chocolade (minstens 70%)
1 tl kokosolie
voor de witte rotsjes:
1 el pinda's
1 el gedroogde rozijntjes
2 el gepofte amarant
1 tl honing (of granenstroop)
2 tl geraspte, gedroogde kokos
40 g witte chocolade
extra: bakpapier
- Bekleed een bord, bakplaat of koekjestrommel met bakpapier.
- Hak de nootjes en de gedroogde vruchten fijn. Doe ze in aparte bakjes voor de donkere en de witte rotsjes.
- Voeg bij de beide schaaltjes de amarant, honing en kokos toe. Roer tot een brokkelige massa.
- Doe de chocolade elk in een apart magnetronbestendig schaaltje, het liefst van kunststof.
- Breek de beide soorten chocolade in stukken.
- Voeg de kokosolie aan de pure chocolade toe.
- Het handigste is nu om elke soort apart verder te werken, aangezien de gesmolten chocolade snel weer afkoelt.
- Zet een van de schaaltjes chocola in de magnetron. Doe telkens de magnetron 20 seconden aan, roer even door en herhaal, zolang tot de chocolade net gesmolten is. Als je dicht bij het smeltpunt komt, kun je per 10 seconden kijken. Let er op dat je de lepel niet in het schaaltje in de magnetron laat zitten!
- Haal het schaaltje uit de magnetron en roer nog even goed door, tot de chocolade een gladde massa is.
- Schep het bijpassende amarantmengsel door de chocolade en roer goed door.
- Gebruik twee theelepels om op het bakpapier acht hoopjes van het mengsel te maken.
- Herhaal voor de overgebleven chocolade en amarantmengsel.
- Zet de rotsjes in de koelkast om op te stijven. Na ongeveer 15 minuten zijn ze al hard, maar als je ze een paar uur laat staan, worden ze nog lekkerder.
- Bewaar in een afgesloten trommel of bewaardoos op een koele plek, zoals de koelkast.
Meer zelfmaaksnoep en -lekkers!
- Vanille fudge
- Brigadeiros: Braziliaanse chocoladetruffels
- Mandarijn-speculoosmacarons
- Florentines
- Kaneelsterretjes
- Kokosmakronen
- Macadamiakoekjes