Gekookte witlof is vies lekker: zelfs de grootste witlofhater gaat overstag voor deze beetgare witlof in een romige saus. In dit recept wordt de witlof eerst geroosterd, waardoor deze niet slijmerig wordt, maar een beetje stevig blijft.
Voor 3 personen
Voor de witlof
3 struiken witlof
20 g boter, in blokjes
½ el suiker
1 bakje vegetarische spekblokjes (ik gebruikte spekblokjes van de Vegetarische Slager)
olie
75 g oude kaas
Voor de bechamelsaus
20 g boter
20 g bloem
250 ml melk
125 ml slagroom
½ tl nootmuskaat
zout, peper
- Verhit de oven tot 200 graden.
- Snijd de struikjes witlof in de lengte doormidden en leg ze naast elkaar in een ovenschaal. Bestrooi ze met de boter en suiker en giet 1 cm water in de schaal. Zet de schaal 20 minuten in de oven en keer de witlof na 10 minuten om.
- Bak ondertussen de spekblokjes uit in flink wat olie.
- Leg de witlof op een rooster om uit te lekken.
- Maak de bechamelsaus: smelt de boter en roer de bloem erdoor. Laat deze roux 5 minuten op laag vuur koken. Blijven roeren.
- Voeg de melk, slagroom, nootmuskaat, zout en peper toe en laat deze al roerend 5 minuten koken. Roer de spekblokjes door de saus
- Leg de geroosterde witlof in een ovenschaal, giet de saus eroverheen en verdeel als laatste de kaas erover. Bak 20 minuten op 160 graden.
Serveer met gebakken of gekookte aardappeltjes.
Meer witlof!