Misschien is het dat ik er nu extra op let, maar ik zie in de supermarkt steeds meer zakken gedroogde bonen. Naast de wat exotischere kievietsbonen en oogbonen kun je natuurlijk ook de 'ordinaire' kidneybonen, kikkererwten, witte en bruine bonen gedroogd kopen. Maar waarom zou je dat doen, als ze ook gewoon kant-en-klaar in blik te krijgen zijn? Nou, vooral omdat zelf geweekt en gekookt gewoon lekkerder is. En zo moeilijk of bewerkelijk is het helemaal niet.
Goedkoper en gezonder?
Van een zak kidneybonen à 500 gram voor 2,59 euro krijg je gekookt een goede kilo, ongeveer vergelijkbaar met iets minder dan vijf blikjes kidneybonen (uitlekgewicht 250 gram), die bij Albert Heijn 0,59 per stuk kosten, in totaal zo'n 2,95 euro dus. Van 900 gram gedroogde witte bonen voor 2,25 euro krijg je een kleine 2.5 kilo bonen, vergelijkbaar met zo'n 4.5 blikjes witte bonen (uitlekgewicht 530 gram) à 1.19 = 5.36 euro. De prijswinst verschilt dus per boon, maar echt rijk word je er echt niet van.
Ook zijn gedroogde bonen niet per se gezonder: volgens de ingrediëntenlijsten van de huismerk kidneybonen en witte bonen zitten in de blikken alleen maar bonen en water, dus niet eens toegevoegd suiker of zout. De altijd verrassende groente van Bonduelle maakt dan wel weer graag gebruik van verdikkingsmiddel en antioxidanten - die nou ook weer niet zo slecht zijn. En over dat blik hoef je je ook geen zorgen te maken - bovendien werken ze in de fabriek vast een stuk sterieler dan ikzelf in mijn keuken.
Zelf weken en koken is tijdrovend en bewerkelijk?
Een blikje opentrekken is natuurlijk makkelijker, maar zo tijdrovend, moeilijk of bewerkelijk is het wellen en koken echt niet, vooral niet als je meteen een voorraadje maakt. Ik wel en kook doorgaans 450-500 gram bonen in één keer
Spoel de bonen in een vergiet kort af en laat ze dan in een pan met ruim water een nacht weken. Breng vervolgens in het weekwater aan de kook - schep bij het opwarmen, indien nodig, het schuim er af - en laat ze dan zo'n 30-60 minuten (afhankelijk van de bonensoort) koken. Ik proef na een half uur elke vijf minuten - gewoon in het voorbij gaan - of ze net nog niet beetgaar zijn. Zodra dat punt is bereikt, gaat het vuur uit en laat ik de bonen in het vocht afkoelen. Dan zijn ze uiteindelijk beetgaar, net iets steviger dan doorgaans uit blik, precies zoals ik ze wil hebben.
Maak de bonen extra smakelijk met specerijen
Ik vind de bonen toch lekkerder als ik voor het koken een fikse scheut zout toevoeg (verdeeld over de hoeveelheid is dat nog steeds relatief weinig). En daarnaast hang ik graag een groot thee-ei gevuld met gedroogde chilipepertjes, een laurierblaadje, komijn-, karwij- en/of venkelzaad in de pan. Daarmee krijgen de bonen extra pit en smaak. Eigenlijk is dat voor mij de belangrijkste reden om gedroogde bonen te gebruiken.
Bewaren en ontdooien
Plastic diepvriesbakjes kun je sowieso nooit genoeg hebben. Ik vul zo'n 4 à 5 bakjes met ongeveer 250 gram bonen (net als het uitlekgewicht van een blik kidneybonen), vul ze dan met het kookwater en vries ze in.
Het lijkt omstandig dat je al een (halve) dag van tevoren moet bedenken dat je bonen uit de vriezer moet halen, maar omdat ze in de koelkast rustig een dag of vier, vijf goed blijven kun je rustig telkens twee bakjes in de koelkast hebben. Dat komt altijd wel op. Toegegeven, het vergt een ietsepietsie meer planning.
Het kookvocht is lekker
Zeker als je specerijen gebruikt zit het kookvocht van de bonen vol smaak, zonde om weg te gooien. Een kommetje versgekookte bruine bonen in eigen vocht is verrukkelijk, bijna net zo lekker als de Oosterse bruinebonensoep die Sven onlangs heeft gemaakt - die overigens ook niet te versmaden is. Bewaar dat vocht dus voor de curry, om een tomatensaus mee op te peppen, voor de hummus of om door de soep te doen. En het kikkererwtenvocht, lekker hip 'aquafaba' genoemd, kun je ook gebruiken voor een veganaise.
Ook is het gewoon leuk en leerzaam om een keer te zien dat die dikke drab in het blik kidneybonen of bruine bonen gewoon van de bonen zelf komt - al kun je nu ook gewoon van me aannemen dat dit het geval is.
En wat doen we met de bonen?
Dat je de bonen kunt gebruiken in chili, curry of stoofpotjes hoef ik je niet te vertellen. Maar je kunt er dus ook hummus of bonenspread van maken, of je gooit een handjevol door de salade. En als je een bakje bonen in de koelkast hebt liggen, is een pitabroodje gevuld met kidneybonen of kikkererwten met spitskool en een lik yoghurt snel gemaakt.
Mijn winterfavoriet is bruine bonen in eigen vocht, gebonden met een klein beetje maizena, geserveerd met rode kool (zelf gekookt, lekker gekruid, uit de vriezer) en rösti. Een leuke variatie op de traditionele aardappelen, groente, vlees (AGV), waarbij de aardappelen voor de verandering de rol van burger vervullen.
Doen of niet doen?
Als je van gemak houdt of een kleine koelkast of vriezer hebt, liggen bonen uit blik of pot meer voor de hand. Als je er iets meer tijd voor over hebt en dat beetje smaakwinst waardeert (ik dus wel), is het echt de moeite waard. En sinds ik zelf de bonen week en kook, eet ik ze automatisch vaker en meer. Over voldoende vezels en proteïne hoef je je dan zeker niet meer druk te maken.
Bovendien: als je eenmaal de schroom hebt overwonnen, let niets je meer om ook de wat exotischere bonen van de Turkse supermarkt of de toko (bijvoorbeeld azukibonen) uit te proberen, wat voor nog meer variatie kan zorgen. Uiteraard trek ik af en toe ook gewoon een blik open, daar is tenslotte niets mis mee.