Spanje staat, als land van de chorizoworst en vispaella, niet bepaald bekend als vega-vriendelijk. Gelukkig komen er vooral in de grote steden steeds meer restaurants die ontdekken dat er méér is dan gebraden konijn, en ook vegetarische gerechten op de kaart zetten. Barcelona ís zo’n stad!
Barcelona wil graag hip zijn. Voor de Olympische Spelen van 1992 is de stad flink opgeknapt, waardoor je je nauwelijks kunt voorstellen dat Barcelona voor die tijd een stad met een slechte reputatie was. Er zijn nog steeds veel krakkemikkige gebouwen die wel een likje verf kunnen gebruiken en buurtjes waar je ’s avonds niet moet komen. Maar in de buurt van de Ramblas (de grote flaneerstraat in het centrum van de stad) of over de boulevards van Barceloneta (de strandwijk) kun je eindeloos rondslenteren zonder daar iets van te merken.
Natuurlijk zijn er voor de sightseeërs genoeg oude gebouwen te zien, maar wat vooral opvalt, is dat de stad volstaat met moderne gebouwen, moderne kunst en… moderne restaurants! Bij de meesten staat er nog steeds veel vlees en vis op de kaart, maar er zijn ook aardig wat vegetarische gerechten te bespeuren. Hoewel de meeste van deze moderne restaurants wel weten wat vegetariërs wel en niet eten, is het verstandig bij twijfel altijd even te vragen of iets vegetarisch is. Aangezien het nog niet echt in het systeem van de Spanjaarden zit, hebben ze soms de neiging om alsnog spek of fijngesneden tonijn door je gerecht heen te gooien.
Doen ze aan ontbijt?
Ja, maar niet op het tijdstip waarop wij Nederlands dat gewend zijn. Vers uit bed houden de meeste Spanjaarden het bij een kopje sterke koffie (espresso wordt er gedronken als limonade). Nederlanders die toch graag ’s ochtends een broodje eten, komen aan hun trekken in de talloze broodjeszaken die in de stad te vinden zijn. De meeste hotels hebben ook een ontbijtbuffet, geheel aangepast aan de smaak van de doorsnee Europeaan, met toast, croissants en verse jus. Spanjaarden zul je daar niet zien, die verorberen hun eerste maaltijd pas rond een uur of elf. Soms met brood, maar vaker worden er complete stoofschotels naar binnen gewerkt. Met een glas wijn erbij, graag!
Aha. En dan niets meer tot het avondeten?
Ha, vast! Spanjaarden eten de hele dag door. De lunch, om een uur of twee, half drie, doet niet onder voor het diner; drie gangen is heel normaal. Dan volgen om een uur of vier, vijf de tapas, en om negen uur het diner.
Oh ja, tapas! Hoe zat het daar ook alweer mee?
Tussen de lunch om twee uur en het diner om een uur of negen zit nogal een gat. Om dat te vullen, kun je in zogenaamde tapas-bars kleine hapjes eten. Vegetariërs hebben niet extreem veel keus, maar er is altijd wel wat; de bekende Patatas Bravas (aardappeltjes met een pittig sausje), brood met tomaat en olijfolie of gegrilde groenten. Ook de bekende Spaanse koude tomatensoep, Gazpacho, is meestal vegetarisch, aangezien de soep traditioneel gemaakt wordt van tomaten, komkommer en brood. Leuk is Luz de Gaz, aan het water bij Port de Veil. Niet goedkoop, maar het uitzicht over de haven is fantastisch en ze hebben er geweldige sangria. Nog een aanrader; in de oude wijk zit Foodballs, een onopvallend maar geweldig tentje waar je rijstballetjes met allerlei soort ingrediënten (van spruitgroenten tot kikkererwten) kunt eten. Neem er een biologische cola bij en klaar ben je. Lekker én origineel!
En kun je een beetje vega dineren?
Gelukkig wel. Ga niet de restaurants binnen met aankondigingen als ‘tradioneel Catalaans eten’ op de deur, want dan vliegen de schapenkoppen en gebraden gamba’s je om de oren. De moderne tentjes, die je vooral rondom de Ramblas in de Oude Wijk vindt, hebben kaarten die meer dan genoeg keus bieden aan vegetariërs. Twee leuke vegetarische restaurants zijn Biocenter aan de C/Pintor Fortuny (open van woensdag- tot en met zaterdagavond) en de Juicy Jones aan C/ Cardenal Casañas 7. Niet vega, maar genoeg keus uit erg lekker eten heb je bij MamaCafe aan de C/ Doctor Dou en Anime aan de C/ Àngels. Toegegeven, het is allemaal niet bepaald traditioneel Spaans, maar je hoeft niet aan de omeletten met kaas, zoals soms in het binnenland van Spanje. Heb je geen zin in drie gangen, dan zitten er door de hele stad heen ook Maoz-tentjes, voor een simpel maar smakelijk broodje falafel.
En als je nou zelf wil koken?
Dat kan! Ga langs bij La Boqueria, de grote markt bij de Ramblas. Ren met dichtgeknepen neus de vis- en vleesstands voorbij en kijk je ogen uit bij de stalletjes vol felgekleurde groentes, opgestapeld fruit en enorme bakken vol verschillende soorten paddenstoelen. Wil je iets lekkers voor op het strand of in het park, dan kun je hier ook terecht. Ze verkopen veel soorten fruit, kant en klaar gesneden met een vorkje erbij, en versgepeste vruchtensappen. Een aanrader is Organic, die rechts achterin zit. Deze vega ‘bar’, die ook een restaurant in de stad heeft, verkoopt wraps en kant en klare salades om mee te nemen. De zoetekauw die geen problemen heeft met gelatine kan zijn hart ophalen bij de standjes met enorme bergen zoet snoepgoed – waan je heel even in Luilekkerland. Zit je niet in de buurt van La Bouqueria, zoek dan een grote supermarkt op, zoals die van de Carrefour-keten. Veel bijzondere vegetarische producten zul je er niet vinden, maar ze hebben een ruim assortiment brood, groente en fruit.
Conclusie?
Barcelona is goed te doen voor vegetariërs. Sterker nog, je kunt er prima eten! En dankzij de geweldige uitvinding die tapas heet kun je ook nog een aardig stukje Spaanse Cuisine meepikken!
