Iedereen kent borsjtsj, de rode-bietensoep uit Oost-Europa. Dat is eerder een wintergerecht. Voor de zomer bestaat er echter een koude, felroze variant: chłodni. Die soep heeft de oorsprong in Polen en Litouwen. Hier bestaan ook heel wat versies van, maar wij maken er eentje met ingrediënten die je bij ons in de supermarkt probleemloos kunt vinden: qua groenten komkommer en radijs en qua soepbasis karnemelk en yoghurt. Afwerken doe je met een half hardgekookt ei. Dit zorgt voor meer vulling en het maakt het geheel ook romiger. En voor wie het zich afvraagt: de L met een streep erdoor spreek je uit als een W: chwodnik dus.
Voor 2 personen als hoofdgerecht, voor 4 personen als voorgerecht
500 g rauwe rode biet*
½ komkommer
6 radijsjes
2 el gehakte dille
1 lente-ui
5 dl karnemelk
250 g yoghurt
peper en zout
hardgekookte eieren (een half ei per portie)
* Bij weinig tijd kan je ook gare bieten uit de supermarkt gebruiken.
- Was de rauwe ongeschilde bieten en wikkel ze afzonderlijk in aluminiumfolie. Bak ze vervolgens in een oven op 200 graden (voorverwarmen hoeft niet) totdat ze gaar zijn. Dit duurt een uur tot anderhalf uur. Test met een prikker of zo gaar zijn.
- Laat de bieten afkoelen in de folie. Wanneer je de soep gaat bereiden, vewijder dan de schil en snij de bieten in kleine blokjes.
- Snij de komkommer en de radijsjes in kleine blokjes. Snij de lente-ui zeer fijn.
- Meng alle ingrediënten, behalve de eieren, in een ruime kom. Kruid af met peper en zout.
- Laat de chłodnik minstens een uur in de koelkast staan om op smaak te komen en af te koelen.
Serveer met een half gekookt ei per portie.
