Ze zijn hartstikke multifunctioneel, die Indische maiskoekjes: voorgerecht, borrelhapje, in de lunchtrommel.. En kinderen vinden ze ook lekker.
Zelf aten we ze ook al toen we nog een kind waren en inmiddels maken we ze regelmatig. Je kunt ze warm eten, maar afgekoeld zijn ze ook prima. Ze zijn lekker op zichzelf of met een dip, bijvoorbeeld korianderchutney. Je kunt de groene peper desgewenst weglaten of vervangen door kleine stukjes groene paprika. Geen kemirinoten in huis? Dan laat je die ook weg.
Voor 16 maiskoekjes
2 blikken mais (uitlekgewicht per stuk 285g)
2 kemirinoten
2 lange sjalotten, gesnipperd
1/2 groene peper, gesnipperd
1 dessertlepel zout
10 el bloem
2 eieren
zonnebloemolie om te bakken
- Verhit een koekenpan zonder olie en rooster de kemirinoten erin tot alle kanten een beetje bruin zijn. Haal ze uit de pan en hak in stukjes (of vijzel fijn).
- Roer alle ingrediënten behalve de olie goed door elkaar.
- Verhit een laagje olie in een grote koekenpan op redelijk hoog vuur (niet te weinig olie!).
- Schep met een grote lepel een hoopje maisbeslag in de pan. Druk een beetje plat. Herhaal dat drie keer zodat je nu vier koekjes in de pan hebt. Zorg dat er niet losse maiskorrels gaan rondzwerven in de pan, die kunnen gaan poffen en opspatten. Sowieso kunnen de koekjes spatten, dus pas op bij omdraaien in de volgende stap en draag een shirt met lange mouwen, zodat je geen opspattende olie op je blote armen krijgt.
- Laat elke kant ongeveer vier minuten bakken. Keer dan om en laat weer vier minuten bakken. Laat de koekjes uitlekken op wat keukenpapier en bak de rest van de maiskoekjes.