Open menu

nasi goreng tempeh thbDe naam nasi goreng betekent gewoon 'gebakken rijst'. Dit restverwerkingsgerecht voor overgebleven rijst is in Indonesië uitgeroepen tot nationaal gerecht. Ieder Indonesisch gezin heeft zijn eigen versie(s) van nasi goreng, net als veel Nederlandse gezinnen, overigens. Dit is mijn standaardvariant, met tempeh, spitskool, wortel en taugé, geserveerd met simpele, zelfgemaakte seroendeng en een ietwat Europese atjar.

Al sinds jaar en dag liggen er in de supermarkt nasi- en bamipakketten met voorgesneden groente, waaronder gek genoeg vrijwel altijd ook prei - en een rood chilipepertje dat meestal allesbehalve pittig is. Mijn ouders hebben zich ooit afgevraagd of je een nasipakket nu ook voor de bami zou kunnen gebruiken en vice versa. Met zelf gesneden groente heb je dat eerstewereldprobleem niet meer. Nog een argument om geen pakket te kopen is dat de taugé beter pas op het laatst kan worden toegevoegd, zodat hij lekker knapperig blijft.

Gek genoeg kreeg ik tijdens het eten van de nasi goreng dit keer een tintelend, ietwat verdoofd gevoel op mijn tong. De boosdoener bleek de szechuanpeper te zijn (blijkbaar een bekend fenomeen), waarvan ik net een nieuw zakje had gekocht en die dus nog erg krachtig was in vergelijking met de jaren oude szechuanpeper in mijn keukenkastje, die onlangs eindelijk op was. Gebruik de szechuanpeper dus spaarzaam, of laat gewoon helemaal weg.

50 gram rijst per persoon is relatief weinig, maar door de hoeveelheid groente en de bijgerechten zijn de porties desondanks bijzonder royaal.

voor twee personen

Nasi goreng
100 g basmatirijst
1 tl korianderzaad (of ½ tl -poeder)
1 tl komijnzaad (of ½ tl -poeder)
evt. een paar korrels szechuanpeper
100 g tempeh
400 g spitskool en wortel (totaal gewicht)
150 g taugé
1 teen knoflook
1 vers chilipepertje naar smaak
1 cm³ gember
scheut (1 el) sojasaus
neutrale (zonnebloem)olie

Seroendeng
25 g katjangs of ongezouten pinda's
1 tl kokosrasp
kleine snuf kurkuma
zout

Atjar
50 g komkommer
4 radijsjes
scheutje wittewijnazijn
zout

  • Seroendeng: maal de katjangs fijn in de vijzel en meng met kokosrasp, kurkuma en een snufje zout.
  • Atjar: snij komkommer en radijs in fijne plakjes en breng op smaak met wittewijnazijn en zout.
  • Als je voor de nasi goreng hele specerijen gebruikt, maal ze fijn in de vijzel.
  • Meng de specerijen met de basmatirijst en kook de rijst met net voldoende water (en zout naar smaak) in 10 minuten gaar. De rijst mag wat vochtig blijven. Zet apart.
  • Snij de tempeh in blokjes, snij de spitskool fijn, rasp de wortel en snij in reepjes of plakjes. Snij, rasp of pers knoflook, pepertje en gember fijn. Piepkleine blokjes gember geven een kleine smaakkick, geraspte gember is neutraler.
  • Verhit een scheut zonnebloemolie in een wok en bak de tempeh goudbruin.
  • Voeg nu knoflook, pepertje en gember toe, direct gevolgd door de spitskool en wortel. Bak de groente in ca. 3 minuten beetgaar.
  • Meng nu de gekookte rijst en de taugé samen met een scheut (ca. 1 el) sojasaus met de groente en tempeh.
  • Bak op hoog vuur de nasi goreng nog ongeveer drie minuten. De nasi mag een beetje vochtig blijven, voeg zo nodig een klein scheutje water toe.

Aan tafel kun je de nasi naar wens met seroendeng bestrooien, en/of met knapperige gebakken uitjes (supermarkt of toko). Neem tussendoor af en toe een hapje atjar om de smaakpapillen op te frissen. Zet voor liefhebbers van pittig ook de sambal maar op tafel.

nasi goreng tempeh

Eelco, site-administrator en culiredactie, maakt een goeie brunch op zondagochtenden. Werkt als onderzoeker aan 'recommender systems', ook voor recepten, en doet ook iets met privacy.

the Kitchenary

horecarama