Thuispizza's komen weliswaar niet uit de houtoven, maar op de een of andere manier kan er zo maar een symbiose ontstaan tussen jou, het pizzadeeg en je oven. Kortom: even oefenen, en dan maak je zo thuis een fool proof pizza!
Een Italiaanse collega keek nogal bedenkelijk, toen ik hem vertelde dat ik tijdens ons feestje zelfgemaakte pizza’s zou serveren. “Ik weet niet of ik daar wel zo blij mee ben; pizza maken kun je toch het beste aan de Italianen overlaten.” Tja, Italianen zijn wat culinaire zaken betreft nogal recht in de leer. Hijzelf bracht tiramisu mee, net zoals twee Duitse collega’s. Verbazingwekkend genoeg vonden de gasten de ‘Duitse’ tiramisu Italiaanser dan die van hem.
Zijn bedenkingen zijn wel een beetje begrijpelijk. Die dingen die New York Pizza per brommer thuisbezorgt, kun je nauwelijks met het Italiaanse origineel vergelijken, evenmin als veel kant-en-klaarpizza’s uit het diepvriesvak van de locale supermarkt.
Toch zou ik mijn pizza’s zonder problemen ook aan Italianen durven slijten. Ze komen weliswaar niet uit de houtoven, maar op de een of andere manier is er een symbiose ontstaan tussen mij, het pizzadeeg en mijn oven. Keer op keer haal ik er pizza’s met een krokante, dunne bodem uit. Een kwestie van geluk? Een beetje wel, waarschijnlijk. Maar er is vast ook een beetje ‘kunnen’ in het spel.
Als je afgaat op de berichten in het forum van Vegatopia, wordt pizzabakken blijkbaar ervaren als een lastige aangelegenheid. Daarom geef ik hieronder een stap-voor-stap en hopelijk fool-proof beschrijving hoe ik mijn pizza’s maak.
Pizza’s (twee personen)
Voor een goede pizza heb je natuurlijk een goede oven nodig, die flink warm kan worden. Ter indicatie: ik bak de pizza’s in een heteluchtoven op 240 graden. Je kunt een grote pizza op een bakplaat bakken, maar uit een ronde pizzabakvorm ziet de pizza er veel echter uit. Te koop bij de Blokker, V&D of Marskramer om de hoek.
Het deeg
300 gram bloem (waarvan bijvoorbeeld de helft volkoren)
1 pakje gist (7 gram)
olijfolie
suiker en zout
150 ml water (iets warmer dan lauw)
Laat de gist met een theelepeltje suiker in een bodempje warm water wellen.
Doe de bloem in een beslagkom en voeg een flinke snuf zout en een scheut olijfolie toe (niet te zuinig). Roer het geheel door elkaar. Voeg dan de gist aan het meel toe, gevolgd door het water. Blijf roeren. Zodra het deeg een kneedbare vorm heeft, is het tijd de handen vuil te maken. Kneed het deeg totdat het glad en elastisch is (dat duurt zo’n vijf tot tien minuten). Mocht het deeg nog iets te vochtig zijn (het mag niet aan je handen blijven plakken), kun je het deeg in een laagje bloem rollen en verder kneden. Als je twee aparte pizza’s maakt, kun je het deeg in twee gelijke delen splitsen – dat is gemakkelijker te kneden. Zodra het deeg klaar is, rol je het nog een keer door de bloem, voordat je het in de beslagkom legt. Terwijl je je met de tomatensaus bezighoudt, kun je het beste een vochtige theedoek over de kom leggen.
Tomatensaus
1 tomaat, in kleine blokjes
1 teen knoflook
1 pepertje, van de zaden ontdaan (optioneel)
Rozemarijn (liefst vers)
Suiker en zout
Balsamico-azijn
2 blikjes (à 70 gram) tomatenpuree
De knoflook en het pepertje in de olijfolie aanbraden. Blokjes tomaat toevoegen, een snufje zout en de fijngesneden (tip: gebruik een schaar) rozemarijn erbij en zo’n vijf minuten bakken, totdat het vocht een beetje is verdampt. Tomatenpuree toevoegen, een theelepeltje balsamico en een beetje water (zo’n anderhalf tomatenpureeblikje). De saus moet een relatief stevig geheel blijven vormen (anders wordt de bodem te vochtig). Breng op smaak met suiker en zout en laat de saus nog zo’n vijf tot tien minuten pruttelen op een laag vuurtje.
Pizza!
Verhit de oven lang voor op 240 graden.
Rol het deeg uit met een deegroller (of met een wijnfles). Opdat het deeg niet aan het aanrecht of aan de deegroller blijft kleven, kun je het beste nog een beetje bloem op het deeg strooien. Leg het deeg op de met olijfolie bestreken pizzavorm, rol de rand mooi op en prik met een vork wat gaatjes in het deeg. Bestrijk de pizza met tomatensaus en versier de pizza met je favoriete beleg. Wrijf de randen nog in met een beetje olijfolie. Bak de pizza tien tot vijftien minuten in de oven, tot de randen een mooi bruine kleur hebben gekregen.
Belegtips
Wat je op de pizza doet, is vooral een kwestie van smaak. Kies voor ingrediënten die redelijk snel gaar zijn, zoals paprika en courgette. Broccoli is ook lekker, maar die moet je van tevoren even blancheren (heel kort in water met een snufje zout koken). Bestrooi rijkelijk met basilicum en/of oregano en eindig met een laag geraspte kaas (bijvoorbeeld jong-belegen of mozzarella).
Twee ‘huisrecepten’:
- Pizza Eelco: aubergine, champignons en ui
- Pizza Kristof: paprika en ananas
Om het geheel nog feestelijker te maken, kun je vlak voor het serveren de pizza versieren met versgemalen peper (uit een grote pepermolen!) en geraspte parmezaanse kaas. Helemaal luxe wordt de pizza met een laag rucola, bestrooid met peper en parmezaanse kaas. Zet de pizza dan nog heel kort in de oven (niet te lang) om de rucola op temperatuur te laten komen.
Tot slot een tip waarvan mijn Italiaanse collega waarschijnlijk een rolberoerte zou krijgen: bestrooi de pizzarand voor het bakken met sesamzaad of maanzaad.