Een Surinaamse roti is niet ingewikkeld om te maken, maar je bent er wel even mee bezig. Dat is zeker de moeite waard: dit gerecht streelt je smaakpapillen. Geen wonder dat roti door veel Surinamers, maar ook Nederlanders, wordt beschouwd als echt comfort food.
We kregen dit recept voor een roti-'pannenkoek' van Jaga, die ook al eens een mooi kerstmenu voor ons maakte. Op zijn blog forthebrave.perpetualfuss.com vind je meer lekkere recepten, zoals ook het recept voor de bijbehorende kerrie-aardappels en -boontjes en sojastukjes in tomatensaus, én wat meer over de achtergrond van dit gerecht. De foto's zijn ook van hem.
Roti Dalbhari
voor 2 personen
Voor de roti
200 g bloem
150 ml lauw water
1 tl zonnebloemolie of andere neutrale olie
1 tl bakpoeder
snufje zout
extra bloem om te bestrooien
Voor de dalbhari-vulling
25 g gele spilterwten
1 Spaanse, rode peper (naar smaak, haal de zaadjes er eventueel uit, de peper weglaten kan ook)
1 tl gemalen komijnpoeder (djinten)
snufje zout
1 teen knoflook
- Maak eerst het deeg. Mix bloem, bakpoeder en zout. Voeg het water beetje bij beetje toe terwijl je het steeds goed door het mengsel mengt en kneedt. Voeg tot slot de olie toe en kneed tot je een stevig deeg hebt.
- Dek het deeg af met een natte, schone theedoek en zet het tenminste tien minuten weg.
- Kook de spliterwten in ruim water gedurende 20 tot 30 minuten. Ze moeten zacht maar niet papperig zijn. Giet af en spoel ze af met koud water.
- Meng de erwten in een keukenmachine tot ze de consistentie van broodkruimels hebben.
- Hak de peper fijn en pers de knoflook uit.
- Verhit in een koekenpan een eetlepel olie op middelhoog vuur en voeg de knoflook en rode peper toe. Voeg na een minuut de spliterwten toe en blijf een minuut roeren. Voeg dan zout en komijn toe, draai het vuur lager en laat nog ongeveer vijf minuten bakken terwijl je af en toe roert. Op het eind ziet het er uit als 'zand'. Schep het mengsel op een bord zodat het kan afkoelen.
- Pak het deeg er weer bij en verdeel het in vier ballen. Neem één bal en maak met je duim een klein gat in het midden, voeg wat erwtenvulling toe en vouw het deeg aan de bovenkant weer dicht, de vulling moet goed afgedicht zijn. Herhaal dit met de andere drie deegballen.
- Strooi wat bloem op je werkblad en strooi ook wat bloem op je deegroller. Leg één deegbal in het midden, je kunt de deegbal ook met wat bloem bestrooien als je wilt. Rol met de deegroller de bal nu voorzichtig plat tot een ‘pannenkoek’. Wees voorzichtig, want de vulling moet binnenin blijven.
- Verhit een tawa of een koekenpan met dikke bodem en smeer deze in met wat olie. Verhit op middelhoog vuur en voeg een roti toe, smeer de roti in met wat olie en laat hem in de pan tot hij helemaal droog is. Er kunnen wat luchtbellen ontstaan en de roti kan wat rijzen, dat is normaal. Als de onderkant bruine vlekken gaat vertonen draai je de roti om tot de andere kant ook bruine vlekken heeft. Herhaal met de andere roti’s.
- Als je het rotibakken een beetje onder de knie krijgt (of met z’n tweëen kookt) kun je een nieuwe roti uitrollen terwijl je de andere zacht bakt.
- Dit gerecht is heel lekker met kerrie-aardappels en boontjes en sojastukjes in ketjapsaus. Deze recepten vind je op Jaga’s site.
Tips:
- De roti's blijven wel even warm als je ze afdekt. Als ze zijn afgekoeld, kun je ze in de magnetron opwarmen of even opbakken in een droge koekenpan of tawa.
- Maak wat extra roti’s en doe ze in de vriezer. Laat ze in een uurtje ontdooien en verwarm ze voor je ze serveert. Je kunt de erwtenvulling (dalbharivulling) ook apart invriezen.
- Eet roti zonder vork en mes, de roti is je bestek. Scheur een stukje af en gebruik het om groente, sojastukjes of saus mee op te scheppen.