Eens in de zoveel tijd heb ik zin in bietenrisotto en onlangs was het weer zo ver. Rode bieten zijn lekker, maar de bitterzoete, aardse smaak heeft toch ook een tegenhanger nodig. Daarom gebruikte ik dit keer berglinzen, kleine, ronde linzen die in bergachtige gebieden worden geteeld. Ze hebben een lekkere nootachtige smaak en blijven redelijk beetvast. De citroen en saladekaas zorgen voor frisheid en een romige textuur. Deze specifieke combinatie was zo geslaagd dat ik het recept meteen heb opgeschreven.
voor één persoon
sjalotje
1 teentje verse knoflook
rood chilipepertje naar smaak
scheutje olijfolie
75 g risottorijst (arborio)
25 g berglinzen (o.a. verkrijgbaar bij Ekoplaza)
ca. 200-250 g (rauwe) rode biet
rasp en sap van ca. 1/4 citroen
ca. 1/2 tl zout (naar smaak)
laurierblaadje
ca. 30 g witte saladekaas (of feta)
klontje boter
- Schil en snipper het sjalotje en de knoflook. Snij het pepertje fijn. Schil en rasp de rode biet grof, of snij in zo klein mogelijke stukjes. Verhit ondertussen ca. 1 liter water in de waterkoker.
- Fruit sjalotje, knoflook en pepertje glazig, op laag vuur in een pan met een scheutje olijfolie.
- Draai het vuur hoog en voeg de risottorijst en berglinzen toe, schep ca. 1 minuut om.
- Vermeng dit alles nu met de geraspte rode biet, citroensap en -rasp, gevolgd door zoveel kokend water dat alles net onder water staat.
- Voeg zout naar smaak en het laurierblaadje toe en kook de risotto onder regelmatig roeren op middelhoog vuur in ca. 20 minuten gaar.
- Verbrokkel de saladekaas en voeg deze samen met het klontje boter aan de risotto toe. Roer de risotto nog een paar minuten goed door en serveer meteen. Garneer eventueel met wat overgebleven saladekaas.
