Ik had nog een restje champignons, een stronkje witlof en een stuk feta, die allemaal op moesten. Een korte zoektocht op het web leerde me dat deze combinatie vaak wordt gebruikt in de risotto. En ik weet nu ook waarom: het bittere van de witlof contrasteert mooi met het aardse van de champignons en het zout-romige van de schapenkaas.
Voor 2 personen
160 g risotto
200 g champignons
2 stronkjes (ca. 400 g) witlof
150 g feta of andere schapenkaas
2 teentjes knoflook
Spaans pepertje (optioneel)
scheut wittewijnazijn
zout
olijfolie om te bakken
- Breng ca. 1 liter water aan de kook (in de waterkoker).
- Snij de champignons in niet al te fijne partjes en bak deze ca. 5 minuten in een pan of wok met een fikse scheut olijfolie op middelhoog vuur.
- Voeg knoflook uit de pers toe, evenals het fijngesneden Spaanse pepertje als je het gebruikt, en roer kort maar goed door.
- Meng nu de risottorijst door het champignonmengsel, gevolgd door een fikse scheut wittewijnazijn en een snufje zout (niet te veel, er komt nog feta door).
- Kook de risotto volgens de gebruiksaanwijzing in ca. 20 minuten op middelhoog vuur gaar door telkens een scheut water uit de waterkoker toe te voegen en regelmatig te roeren.
- Verwijder het kontje van de witlof, snij in de lengte door de helft, eventueel ook in vieren, en vervolgens in grove stukken. Verkruimel de feta.
- Vermeng de witof en de feta aan het eind van de kooktijd met de risotto en roer in ca. 1 minuut op hoog vuur tot een romige massa. Voeg eventueel nog een scheutje water toe als de risotto te droog kookt.
Verdeel over twee borden en serveer meteen. Vergeet niet de pepermolen op tafel te zetten!