Mijn Turkse supermarkt geeft je voor 50 cent een enorme bos peterselie, terwijl ik meestal maar een klein handje nodig heb. Wat moet je met al die peterselie? Verwerken in een citroenige tabbouleh, net als de Libanezen doen. Eentje die vol peterselie zit, en waar maar een klein handje bulgur in gaat.
Heel vroeger dacht ik dat tabbouleh een couscoussalade was. "Nee," zeiden twee Turkse vriendinnen, "je maakt tabbouleh met fijne bulgur". Wist ik veel, ik wist niet eens hoe je het woord schreef. Overigens ben ik daar niet alleen in, op internet kom ik ook tabouleh, tabboulé en tabouli tegen.
Je kunt voor de salade veel bulgur gebruiken en allerlei saladegroenten als komkommer, tomaat, sla, paprika en olijven. Maar tegenwoordig maak ik mijn tabbouleh zoals de Libanezen doen: veel platte peterselie, een klein beetje bulgur, wat tomaat en veel citroensap. De Libanezen maken hem loeizuur, van mij hoeft dat niet persé, maar lekker fris mag de tabbouleh wel zijn.
Het is niet heel veel salade, maar hij is best heftig qua smaak, dus je wilt er ook niet een heel bord vol van eten. In Libanon krijg je hem als mezze, ik serveer hem bij falafel.
Bijgerecht voor 3 personen
50 g fijne bulgur (+/- 4 el)
2 el olijfolie
80 g platte peterselie
1 tomaat
sap van een halve citroen
pul biber (Turkse fijngemalen peper, je kunt ook een beetje cayennepeper gebruiken)
zout en peper
- Doe de bulgur in een kom en giet er kokend water over zodat de bulgur net onder staat. Doe 1 el olijfolie erbij. Roer even door en laat een kwartiertje staan.
- Was de peterselie goed en droog goed af. Verwijder de stelen van de peterselie (het deel waar geen blaadjes aan zitten) en hak de blaadjes fijn.
- Snij de tomaat in kleine blokjes.
- Meng nu alle ingrediënten door elkaar, de pul biber en zout en peper naar smaak. Proef of er nog wat meer citroensap bij moet.
Serveer de salade met falafel, pitabrood en een yoghurtdip.
