Wie zoet is, krijgt lekkers. Deze zoete rösti's met appel en kaneel zijn lekker als zoete lunch of als zoet dessert, als een soort mini-pannenkoekje. Maar zonder poedersuiker passen ze ook erg goed bij de rode kool, als zoete en kindvriendelijke variant op aardappelen. En omdat rösti maken ook leuk en spannend is, vinden kleine èn grote kinderen dit vast leuk om te maken tijdens het gourmetten. En als je echt in een experimentele bui bent, kun je in plaats van kaneel ook speculaaskruiden gebruiken.
voor vier kleine rösti's, genoeg voor één volwassene (verdubbel en vermeer naar behoefte)
1 aardappel à ca. 200 g
1 appel à ca. 200 g
1 el bloem
snufje zout
1 el suiker
1 tl kaneel (alternatief: speculaaskruiden)
neutrale (zonnebloem)olie om te bakken
- Schil en rasp de aardappel grof. Schil de appel, verwijder het klokhuis en rasp grof.
- Vermeng het aardappel-appelmengsel met bloem, zout, suiker en kaneel (of speculaaskruiden).
- Verhit een scheut olie in een koekenpan
- Verdeel het röstimengsel zo dat je vier kleine, dunne 'röstipannenkoeken' in het pannetje hebt.
- Bak op middelhoog vuur de rösti's in ca. 5 minuten goudbruin aan de ene kant. Draai ze voorzichtig(!) met een spatel om en bak ook de andere kant in ca. 5 minuten goudbruin. Tijdens het bakken wordt ook het binnengedeelte steviger.
Serveer met naar keuze poedersuiker, agavesiroop en/of stroop, net zoals je appelpannenkoeken zou serveren. Of, zoals gezegd, als zoet aardappel-alternatief bij bijvoorbeeld rode kool. Dat is helemaal niet zo gek als het misschien lijkt, in Noordrijn-Westfalen - net over de grens dus - is een zoete appel-aardappelgratin een klassieker. Zeker op Sinterklaasavond hebben kinderen vast niets tegen iets zoets en lekkers.