Afgelopen week heb ik de eerste sneeuw van deze winter gezien in het Zuidduitse Garmisch-Partenkirchen. Na een klamme, nachtelijke wandeltocht met fakkels door de Partnachklamm hebben we ons als wolven op de glühwein en vervolgens de kaasfondue gestort. Verslavend lekker, vreselijk gezellig en ontzettend verzadigend. Dat gaan we vaker doen!
(voor vier personen)
3 teentjes knoflook
400 g Gruyèrekaas
200 g Raclettekaas of Vacherin
300 ml witte wijn (droog)
3 tl maiszetmeel (maizena)
vers gemalen peper
nootmuskaat (optioneel)
60 ml Kirsch (optioneel)
Voor kaasfondue heb je een fonduepan, een dikwandige pot of een hoge ovenschaal nodig. Op tafel kun je de pot, pan of schaal op een rechaud of desnoods een theelicht zetten, zodat de kaasfondue warm blijft. Om te dippen, zijn fonduevorkjes erg handig, maar je kunt ook kleine (gebaks-)vorkjes als alternatief gebruiken.
- Schil de knoflook. Gebruik één teen om de fonduepan in te wrijven en snijd de overige twee fijn. De kaas grof raspen.
- Verhit de wijn langzaam in de pot. Voeg al roerend de kaas toe en laat hem smelten. Los het maiszetmeel op in een beetje water en voeg ook dit toe. Blijf roeren totdat de massa gebonden is. Voeg tot slot de peper, de overige knoflook, kirsch en nootmuskaat toe.
- Zet de fonduepan op het rechaud, zodat de kaasmassa net aan de kook blijft (niet te heet, dan kan de pan barsten).
Traditioneel worden er stukjes wit brood bij de kaasfondue geserveerd om in de kaas te dippen - dat lijkt karig, maar kaasfondue is ontzettend machtig. Ook dipt men graag met blokjes beetvast gekookte aardappel. Vaak worden augurken als bijgerecht geserveerd.
Let er goed op dat je je stukje brood niet in kaasfondue laat vallen. Naar het schijnt staan daar in Zwitserland harde sancties op.