In dit recept komen mijn favoriete soorten winterfruit samen, namelijk stoofpeertjes en bloedsinaasappel. Om de peertjes een spicy smaak te geven, wordt een mengsel van Indiase specerijen (masala) gebruikt. Als de peertjes zachtjes stoven, nemen ze alle smaken en kleuren op van de masala en de bloedsinaasappel.
Bloedsinaasappels zijn ongeveer vanaf december verkrijgbaar. Er zijn meerdere soorten, maar vooral de moro (volbloed), tarocco en de sanquinello (beide halfbloed) zijn bekend. De volbloed moro krijgt een rodere schil dan de halfbloed soorten. Ook wordt in de loop van het seizoen het sap van de moro steeds donkerder rood en gaat het meer naar bessen smaken.
Natuurlijk is het recept ook met een gewone (pers)sinaasappel te maken, dan wordt het geheel alleen wat minder rood. Om dat te compenseren kan een appel-bessendiksap worden gebruikt. Mocht je na het eten van de peertjes wat kookvocht overhouden, leng dat dan aan met wat water voor een kruidig drankje.
Stoofpeertjes met bloedsinaasappel en masala
voor 4 personen
½ liter water
4 el diksap (appel-mandarijn-passievrucht, appel-peren of andere smaak)
2 kaneelstokjes
8 peperkorrels
3 kruidnagels
½ tl anijszaadjes
½ tl gemberpoeder (djahé)
6 kardemompeulen
1 bloedsinaasappel (biologisch)
1 kg stoofpeertjes
extra: sinaasappelpers, rasp of zesteur
- Doe het water in een pan met het diksap en de kaneelstokjes, peperkorrels, kruidnagels, anijszaadjes en gemberpoeder.
- Maak de kardemompeulen voorzichtig open met een mesje en haal de zaadjes eruit. Voeg de zaadjes aan de pan toe.
- Was de bloedsinaasappel goed en droog af. Rasp de schil met een rasp of een zesteur (niet het witte gedeelte, dat is bitter), pers de bloedsinaasappel voorzichtig uit en voeg het sap en de rasp aan de pan toe.
- Was de peertjes en schil en halveer ze. Gebruik een stevig theelepeltje om met een ronde beweging het klokhuis te verwijderen. Snij het steeltje en de rest van het kontje eraf. Leg elke helft met de platte kant naar beneden in de pan.
- Breng de pan met de peertjes aan de kook, en laat ze ongeveer een uur tot anderhalf zachtjes koken. In het begin zullen de peertjes niet allemaal onderstaan, maar dat komt vanzelf goed. Roer af en toe en proef of de peertjes al zacht zijn.
- Mocht je het kookvocht wat dikker willen hebben, haal dan de peertjes uit de pan en laat het even op hoog vuur wat indikken. Als je de zaadjes etc. niet in de saus wil hebben, zeef het kookvocht dan eerst. Doe, als de saus dik genoeg is, de peertjes weer terug in de pan en warm alles nog even door.
- Serveer de peertjes warm bij de maaltijd of koud als toetje met bijvoorbeeld speculaaskruimels. Warm met (kaneel)ijs is ook lekker als nagerecht. In de koelkast zijn ze, goed afgesloten, wel een dag of drie houdbaar.
Meer Zoete Zondagen met winters fruit!
- Gelei en snoepjes van kweepeer
- Duivenkater (suikerbrood) met notengehakt en bloedsinaasappeljam
- Stoofpeertjes met crumble van polenta en walnoten
- Zoete flan van parmezaan met misopeertjes
- Cake met stoofperen en rozijnen
- Gebraden appelpartjes met warme kaneelsaus
- Warme appeldrank met speculaas
- Vijgen met sinaasappelroom
- Gevulde appel uit de oven met warme custardvla
- Clafoutis met bananen en likeur
- Brownies met sinaasappel en kaneel