Cannoli is een Siciliaanse zoetigheid; knapperige koekige rollen gevuld met ricotta, gedroogde vruchten en noten.
Redacteur Annemieke wilde voor haar verjaardag eens wat anders dan taart serveren en vulde ze zelf.
De cannolirolletjes zelf kun je bij de Italiaanse deli halen of zelf maken volgens bijvoorbeeld het recept van Janneke Vreugdenhil.
Cannoli met amarenen, chocolade en amandelen
Voor 20 kleine cannoli
- 100 g amandelen, eventjes geroosterd in de pan
- 125 g ricotta
- 125 g mascarpone
- 5 g poedersuiker
- 40 amarenen (= een pot van ong. 300 gr., te koop bij de Italiaanse deli)
- siroop van de amarenen
- zest van 1/2 biologische citroen
- 200 g pure of extra bittere chocolade
Doop de cannoli in chocolade: smelt de chocolade au bain marie. Voeg 2 eetlepels van het amarenensiroop toe en 2 eetlepels gekookt water. Haal van het vuur af en maak een constructie waarbij je de wafeltjes te drogen kunt hangen (bijvoorbeeld een pastadroogrek, satéprikkers). Op bakpapier leggen zou ook moeten kunnen, al wordt het dan minder fraai, omdat de chocolade plat wordt gedrukt. Doop de wafeltjes met de zijkanten en onderkant in de chocolade en leg of hang het te drogen.
Maal de amandelen fijn. Klop de ricotta en mascarpone door elkaar met de, amandelen, poedersuiker en 3 eetlepels amarenensiroop.
Vul de wafeltjes als de chocolade uitgehard is met een spuitzak met de vulling en duw er aan elke kant een amarene in.
In de zomer kun je het natuurlijk ook met verse kersen maken. Pureer dan wat kersen met een klein beetje vocht en gebruik dit in plaats van de amarenensiroop. Voeg dan wel wat meer poedersuiker toe of wat honing.