Een slechte grap, die je vast en zeker al vaak genoeg hebt gehoord, is dat 'vegetariër' een oud Indiaans woord is voor 'slechte jager'. Onlangs vond de VVD het een goed idee om woorden als 'worst' en 'schnitzel' voor vegetarische producten te verbieden, omdat dit tot verwarring zou leiden. Geheel consequent maken wij daarom vandaag vegan schnitzeltjes van knolselderij met een vegan jagersaus. Leuk als statement voor als je notoire vleeseters op bezoek krijgt, maar ook gewoon ontzettend lekker.
Als je de schnitzeltjes van tevoren paneert en de ingrediënten voor de ik-ben-geen-jagersaus voorbereidt, kun je tegelijkertijd de schnitzeltjes bakken en de saus koken. Beide componenten heb je dan in een kwartier klaar. Voor de overzichtelijkheid hou ik het recept voor de schnitzeltjes en voor de saus gescheiden.
Voor twee fikse of drie normale porties
Sellerieschnitzeltjes
180 g knolselderij (gewicht zonder schil)
1 el fijne mosterd (bijvoorbeeld Dijonmosterd)
50 g bloem + extra bloem om te bestuiven
snufje zout naar smaak
80-90 ml water
voldoende paneermeel
olijfolie om te bakken
- Schil de knolselderij en snij in plakjes van ca. 1 cm dik, de precieze vorm en grootte hangen af van de knolselderij en je eigen voorkeur.
- Maak in een schaaltje - dat breed genoeg is om later de plakjes knolselderij in te dopen - een niet al te lobbig, glad, plakkerig beslag van 1 eetlepel mosterd, 50 g bloem, snufje zout en ca. 80-90 ml water.
- Zet een plat bord met voldoende paneermeel klaar.
- Bestuif de plakjes koolselderij aan beide kanten met bloem. Hierdoor blijft het korstje straks beter aan de knolselderij plakken.
- Doop de ene kant van een plakje knolselderij in het mosterdbeslag en druk hem dan in het paneermeel. Doe dit ook met de andere kant en herhaal dit voor alle plakjes knolselderij. Zorg telkens voor voldoende paneermeel op het bord. Je zult merken dat je vrij veel paneermeel nodig hebt, dus dubbel paneren is echt niet nodig.
- Verhit olijfolie in een grote koekenpan. Bak hierin op middelhoog vuur, grotendeels met het deksel op de pan, de schnitzeltjes in ca. 15 minuten goudbruin. Draai om na ca. 8-10 minuten. Voeg tussendoor en bij het omdraaien olijfolie toe, indien nodig. Zet het vuur niet te hoog, anders wordt de knolselderij niet gaar/zacht genoeg.
Tips
- Ben je niet zo van de mosterd? Breng dan het beslag op smaak met bijvoorbeeld nootmuskaat, paprikapoeder en/of knoflook. Een snufje gemalen kruidnagel is ook lekker.
- In plaats van paneermeel kun je ook panko gebruiken. Je schnitzeltjes worden dan extra krokant en bovendien mag je jezelf dan extra hip noemen.
Ik-ben-geen-jagersaus
6 flinke champignons
1 uitje
1 vers pepertje
70 g (1 blikje) tomatenpuree
60 ml lichte sojasaus (geen ketjap)
ca. 100 ml water
ca. 1 el suiker
evt. zout
olijfolie om te bakken
- Maak de champignons schoon en snij in plakjes. Schil het uitje en snij in halve rondjes. Snij het pepertje fijn.
- Verhit olijfolie in een steelpannetje en bak hierin ui, champignon en pepertje ca. 5 minuten op hoog vuur aan.
- Voeg de tomatenpuree toe, bak deze kort mee (daardoor verdwijnt het zuurtje uit de puree), en maak er nu een saus van door sojasaus, water en suiker toe te voegen (proef voordat je de suiker toevoegt hoeveel je nodig denkt te hebben). Roer het geheel goed door. Zout heb je waarschijnlijk niet nodig.
- Laat de saus ca. 10 minuten op laag vuur pruttelen. Voeg extra water toe als de saus te zeer indikt.
Serveren
- Serveer de schnitzeltjes en de saus apart, zodat de schnitzeltjes knapperig blijven.
- Als je dit recept voor twee personen maakt, zijn de ich-bin-kein-Jägerschnitzeltjes de hoofdcomponent van je maaltijd. Een uitgebreide salade erbij (liefst met kidneybonen of andere peulvruchten erdoor, voor de eiwitten) is voldoende.
- Als je de schnitzeltjes als bijgerecht (voor drie personen) serveert, zijn gekookte aardappels met peterselie een fijne, kleurige aanvulling. Liever geen gebakken aardappels, rösti of patat, want dan wordt de maaltijd te vet en met te weinig contrast. Ook hierbij past een salade, maar ook rode kool of een ander warm groentegerecht.
- Je kunt natuurlijk dit gerecht ook in je eentje opeten, een soort all-you-can-eat schnitzelfestijn. Het is weliswaar een volwaardige maaltijd, maar ik vermoed dat je vooral zult beseffen dat zo'n 'schnitzelfestijn' zonder extra's vrij saai is.
- Hou je niet zo van (jager)saus bij de schnitzeltjes? Serveer de schnitzeltjes dan op zijn Weens met partjes citroen, die je op de schnitzeltjes kunt uitknijpen.