Runeberggebak, of runebergin torttu in het Fins, is één van de bekendste gebakjes van Finland. Het is vernoemd naar de Finse nationale dichter Johan Ludvig Runeberg. Traditioneel wordt het gegeten op 5 februari, de verjaardag van Runeberg die in Finland is uitgeroepen tot een feestdag: Runenbergin Päivä (Runebergdag). Je kunt het Runeberggebak ook alleen maar vinden rond deze periode.
Johan Ludvig Runeberg (1804-1877) was een Fins schrijver en dichter die in het toenmalige Grootvorstendom Finland, dat deel uitmaakte van het Russische Keizerrijk, bijgedragen heeft aan de creatie van de Finse natie en de nationale eenheid. Het autonome vorstendom was immers nog erg jong, want Finland maakte tot 1809 deel uit van Zweden. Het huidige Finse volkslied is een deel van een gedicht van Runeberg.
Bijna even bekend als zijn schrijftalent is zijn voorliefde voor zoetigheden. Daarom maakte zijn echtgenote, journaliste en schrijfster Fredrika Tengström (1807-1879), op een dag een gebak voor hem met ingrediënten die ze toevallig in huis had. Dit werd meteen zijn lievelingsgebak.
Het Runeberggebak is samen met de schrijver beroemd geworden en geliefd gebleven. Buiten de anekdotische context om is het recept ook interessant, omdat het gaat om een authentiek negentiende-eeuws recept dat nauwelijks aangepast is. Traditioneel wordt het gebakken in cilindervormige vormen die bij ons in de handel niet verkrijgbaar zijn. Daarom gebruiken we een bakblik voor cupcakes.
Voor 6 à 8 stuks
Beslag:
100 g boter of margarine, op kamertemperatuur
60 g paneermeel
50 g suiker
50 g bruine suiker
1 ei
60 g bloem
40 g gemalen amandelen
1 tl bakpoeder
snuifje kardemom
Suikermengsel:
¼ dl water
¼ dl rum
1 el bruine suiker
Topping:
1 el water
½ el citroensap
6 el poedersuiker
frambozenjam
- Maak het beslag. Meng de boter, de suiker en de bruine suiker tot een homogeen geheel met behulp van een mixer. Voeg het ei toe en meng goed. Meng alle droge ingrediënten in een aparte kom. Voeg deze daarna beetje bij beetje bij het deeg.
- Verdeel het beslag in een ingevet bakblik voor cupcakes. Het is voldoende voor zes à acht cupcakes. Bak de gebakjes gedurende 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden.
- Haal de gebakjes uit de oven en laat ze afkoelen op een taartrooster.
- Meng ¼ dl rum met ¼ dl water en 1 el bruine suiker in een glas of een kopje en verwarm dit gedurende 20 seconden in de magnetron zodat de suiker oplost. Doe de gebakjes terug in het bakblik en verdeel er het suikermengsel over. Laat de gebakjes nu minstens een aantal uren staan, bij voorkeur een ganse nacht. Het vocht maakt de gebakjes zacht en geeft extra smaak.
- Meng het water, het citroensap en de poedersuiker tot een gladde pap. Gebruik desnoods iets meer of minder poedersuiker. Doe dit glazuurmengsel in een plastic diepvrieszak. Knip hiervan een klein hoekje af om er een spuitzak van te maken.
- Leg bovenop elk gebakje ongeveer ½ tl frambozenjam. Rondom deze frambozenjam breng je een cirkelvormige laag glazuur aan. Laat het glazuur opstijven.
- Serveer de gebakjes met een kop koffie en geniet ervan op de tonen van Sibelius of Korpiklaani.
Meer traditioneel gebak!
- Kanelbullar: Zweedse kaneelbroodjes met kardemom
- Torta holandesa
- Sachertaart
- Banoffee pie
- Tert di coco
- De kersentaart van Greet
