Een gewone zelfgebakken cake is erg lekker, maar ook een beetje saai en soms wil je wel eens wat anders. Een citroencake is dan een leuke variatie en helemaal niet veel meer werk. De citroen maakt het lekker fris en luchtig en cake is van zichzelf al troostrijk voedsel, dus citroencake is zeker voor alle seizoenen en momenten van de dag geschikt.
Citroenen hebben vaak een waslaagje op de schil zitten. Voor dit recept wordt ook de schil (zest) gebruikt, dus was de citroenen onder stromend lauw water met een borsteltje om de waslaag te verwijderen.
Voor een cake met een bakvorm van 1,5 liter
200 g bloem
200 g boter
200 g suiker
4 eieren
1 zakje vanillesuiker
2 citroenen
2 tl bakpoeder
snufje zout
boter en bloem om de vorm in te vetten en te bestuiven
- Verwarm de oven voor (175 graden voor gewone oven en 150 graden voor heteluchtoven).
- Vet de vorm in en bestuif deze met een dun laagje bloem.
- Was de citroenen en rasp alleen het gele gedeelte van de schil met een fijne rasp.
- Pers dan de citroenen uit.
- Meng in een kom met de mixer eerst de boter met suiker en vanillesuiker.
- Voeg dan één voor één de eieren toe en klop het geheel goed door.
- Meng de bloem met een snufje zout en het bakpoeder en zeef het in de kom met het botermengsel.
- Mix het door en voeg ook het citroensap toe.
- Meng nu voorzichtig maar grondig met een spatel de zest van de citroenen erbij.
- Verdeel het cakebeslag gelijkmatig in de vorm en strijk het glad met de spatel.
- Bak de cake in ongeveer een uurtje gaar.
Laat na het bakken (een satéprikker moet er schoon uitkomen) de cake nog even tien tot vijftien minuten rusten uit de oven en ontvorm dan. Laat de cake verder afkoelen op een taartrooster. Serveer de cake in lekker dikke plakken.