De pattison is een mooi witte, platte, stervormige vrucht van een courgette-plant. Hij lijkt soms een beetje op een vliegende schotel.
De jonge exemplaren zijn heerlijk rauw te gebruiken als salade, in dunne plakjes geschaafd. Ze hebben een zachte, iets zoetige en citrus-achtige smaak. Wanneer ze wat ouder zijn gaan ze richting pompoen en kan de schil wat harder worden. Van zichzelf heeft de pattison niet zoveel smaak. Dat maakt hem heel geschikt om te vullen in allerlei variaties.
Gevulde patisson
voor 1 persoon
1 pattison
100-125 g gekookte rijst (gaar gewicht ongeveer 125 gr)
1 dl goed gekruide tomatensaus (uitje, knoflook, italiaanse kruiden, scheut rode wijn)
3 el pittige geraspte kaas
1 el broodkruim
1 el gehakte noten
paar klontjes boter
zout
- Snij het kapje van de patisson af, en bewaar hem.
- Hol de patisson uit met een lepel, de vulling kan weg (maar kan ook gebruikt worden in de tomatensaus, even goed inkoken dan).
- Kook de patisson met het kapje ongeveer 10 minuten in ruim water met zout. Laat hem omgekeerd even uitlekken.
- Beboter een ovenschaaltje. Leg de patisson erin. Vul hem met rijst.
- Warm de tomatensaus op en giet de saus over de patisson.
- Meng het broodkruim met de kaas en de noten en bedek de pattison daarmee.
- Paar klontjes boter erover. Kapje er schuin bij leggen.
- Doe het geheel ongeveer 20 minuten in de oven op 200 graden.
Lekker met een frisse groene salade, dat kleurt ook leuk op je bord! Ter variatie kun je koriander of komijn toevoegen aan de tomatensaus. Als je van zoet houdt, kun je wat krenten door de rijst roeren. Lekker met een chutney erbij.
Judy Alkema schrijft op Twitter regelmatig over de heerlijke gerechten die ze maakt uit haar prachtige moestuin.