Als de winter bijna is afgelopen, heb ik altijd een kleine fruitcrisis. De lekkere sinaasappelen die er de hele winter waren, zijn vervangen door vezelige, uitgedroogde exemplaren, de mango's gaan van onrijp naar verrot zonder eetbaar tussenstadium en van de appels, die sinds de herfst bij de groothandels in de koeling hebben gelegen, is in mijn fruitschaal niet veel meer over dan een hoopje zielige, muffe, vaalgele vruchten. En dat terwijl het leuke fruitseizoen, dat van zoete aardbeien, frisse frambozen en heerlijke blauwe bessen nog heel ver weg is.
Dat is precies het moment van het jaar waarop ik me tot stoofperen wendt. Die zijn aan het eind van de winter nog wel lekker en kunnen prima meetellen voor mijn twee porties dagelijks fruit. Wist je trouwens dat in elk land die porties anders zijn? En dat ze in Engeland niet met 200 gram groenten maar met vijf stuks fruit én groenten per dag werken? Dat is pas onhandig '1 stuk groente'.
Ik maak mijn stoofperen niet zo zoet, omdat ik ze graag bij het hoofdgerecht eet. Bij een stamppotje in lentesfeer, bijvoorbeeld met raaspstelen, andijvie of waterkers. Als je je stoofperen liever wat zoeter wilt hebben, dan voeg je tijdens het kookproces wat suiker toe.
Overigens kun je met hangop en stoofperen een heel erg lekker toetje maken. Hangop voor vier personen maak je door een liter volle yoghurt in een theedoek te gieten, de theekdoek dicht te binden en 'op te hangen' op een koele plek (bijvoorbeeld in de badkamer). Het vocht lekt uit de yoghurt en je houdt na vier tot acht uur een heerlijke, romige hangop over. Verdeel de hangop over vier schaaltjes en leg op elk schaaltje drie stoofperenhelften. Roer wat honing en eventueel een drupje oranjebloesemwater (Turkse winkel) door het perenkookwater en giet een paar lepeltjes over de peren. Simpel, maar erg lekker.
De tip om een stuk citroenschil en saffraan mee te stoven kwam van Raya Lichansky.
Stoofperen
12 stoofperen (ongeveer een kilo, ongeschild)
5 jeneverbessen
citroenschil van een halve, kleine citroen
plukje saffraan
3 kardemompeulen
1 kaneelsokje
100 ml port
100 ml water
- Rooster de saffraan een paar minuten in een droge (dus zonder olie) koekenpan, roer af en toe. Haal de saffraan dan uit de pan en laat de saffraan tien minuten weken in twee eetlepels kokend water.
- Schil de stoofperen en snij doormidden. Haal het klokhuis er uit. Er loopt ook altijd een soort draadje door de peer vanaf het steeltje, haal dit draadje ook weg.
- Haal de zaadjes uit de kardemompeulen.
- Breng de stoofperen zacht aan de kook met de port en het water. Voeg meteen de specerijen toe en doe een deksel op de pan. Ik vind het handig om alle specerijen in een zakje te doen, bijvoorbeeld een zakje voor losse thee en dan toe te voegen. Als je zo'n zakje niet hebt, voeg je ze los toe.
- Kook de stoofperen 40 tot 45 minuten. Vis de specerijen eruit en laat de peren in de pan afkoelen.
- Bewaar daarna de peren met het vocht in de koelkast. Blijft zeker een week goed.