Het hart van de Nederlandse spruitjesteelt lijkt wel rond Moerdijk te liggen: overal op het nieuws zien we Moerdijkse telers die hun spruiten vernietigen of, om met Wim T. Schippers te spreken, ‘hun spruiten ruimen’. Tijd voor een postief geluid: Aziatische spruitjes.
We kochten in biowinkel Estafette een halve kilo spruiten en vergaten te vragen waar die vandaan kwamen. Er lijkt geen laagje Chemie-Packafval op te zitten, dus we eten ze maar gewoon. Nou ja gewoon, niet echt gewoon, want op z’n Japans.
Japanse spruiten voor 2 personen
- 400 g spruiten
- flinke scheut mirin
- flinke scheut sojasaus (geen zoete ketjap!)
- 2 el gembersaus
- teentje knoflook, geperst
- beetje zonnebloemolie om in te bakken
- snufje nanami togarashi of cayennepeper
Maak de spruiten schoon en snij doormidden.
Meng in een bakje een scheut sojasaus, een scheut mirin en de gembersaus. Proef en breng op smaak: wat meer sojasaus als je de saus te zoet vindt en juist wat meer mirin of gembersaus als je de saus te zout vindt.
Verhit een koekenpan, giet er een scheutje olie in en voeg de spruiten toe. Laat 2 minuten bakken op aardig hoog vuur terwijl je roert.
Voeg de knoflook toe, roer dat door de spruiten en voeg de sojasaus, mirin en gembersaus toe. Draai het vuur lager en laat pruttelen, net zo lang tot de spruiten gaar (maar nog wel een beetje knapperig) zijn. Als het aan dreigt te bakken, beetje water, mirin of sojasaus toevoegen.
Als de spruiten gaar zijn, bestrooien met nanami togarashi.
Lekker met inari sushi of met noedels.