Het is weer lente en dat betekent dat we ons weer kunnen verheugen op verse groenten en fruit. De keerzijde is dat ook onze groene containers zich mogen verheugen op een niet onaanzienlijke hoeveelheid onverhoopt verlepte of verrotte groenten. Met een beetje beleid kun je de schade aardig beperken. Wij geven een aantal tips.
Een veelvoorkomend misverstand is dat je alle groente en fruit in de koelkast moet bewaren. Je hebt vast zelf al gemerkt dat paprika in de koelkast zompig wordt. Dit geldt voor vrijwel alle groenten die een warm klimaat nodig hebben om te groeien. Aubergines, paprika's, pepertjes, tomaten, advocado's, komkommers, courgettes en andere pompoenachtige groenten, meloenen, bananen, steenfruit en citrusvruchten kun je het beste in een groenteschaal buiten de koelkast leggen.
Groente en fruit die in koude klimaten groeien, kun je wel prima in de koelkast bewaren. Dit geldt vooral voor bladgroenten. Appels, peren, kolen en wortels voelen zich ook buiten de koelkast thuis, maar als het warmer wordt, is de groentelade vaak een betere keus.
Tegen vocht en condens kun je de bodem van de groentela bekleden met een lap keukenpapier. Dit is ook makkelijk te 'verschonen'.
Veel groente, zoals (ijsberg-)sla, witlof en komkommer wordt in plastic verkocht. Dat is niet zo heel milieuvriendelijk, maar het plastic beschermt de groente wel tijdens het transport. Als het eenmaal in je keuken is aanbeland, is echter het devies: plastic er af en los in de groentela leggen. Groente moet luchten.
Aangesneden groente kun je meestal afgedekt nog wel een paar dagen bewaren. Het snijvlak is wel gevoelig voor bederf. Dus als je maar een halve sla of kool nodig hebt, is het vaak verstandiger de helft van de bladeren er af te pellen in plaats van het gewoon doormidden te snijden.
Losse bladeren, zoals spinazie, blijven langer goed als je ze wast, droogt en fijngesneden in een plastic box in de koelkast bewaart.
