In onze biologische winkel troffen we opeens een soort gek eetbaar gras aan, genaamd monniksbaard. Klok niet super aantrekkelijk, zag er niet heel aantrekkelijk uit, als een soort enorme bos bieslook. Maar toch, een onbekende groente, die ook nog heel populair in Italie schijnt te zijn, is interessant. En wat kun je ermee?
Agretti
Van het woord monniksbaard alleen al kregen wij kriebel in de keel, dus eerst maar eens op zoek naar een andere naam. Die Italianen, hebben die er een mooi woord voor? Gelukkig noemen zij het niet alleen Barba di Frate, maar ook agretti. Dat klinkt al meteen een stuk mooier.
Wat doen we ermee?
De agretti is bijna net zo zout als zeekraal. En ook net als bij zeekraal blijkt ie zowel rauw oke, als kort gekookt. Kort bakken in roomboter en dan wat witte wijn erbij (en eventueel wat room) kan ook, maar wij aten het kort gekookt, met jonge slablaadjes en daar op een gepocheerd ei. Het ei met de zoute agretti vormt namelijk een goede combi. Groene asperges erbij is trouwens ook een idee. Of in de veggie paella.
Waar te koop?
Inmiddels zagen we in meer groentewinkels agretti liggen en ook op de boerenmarkt is ie gespot. Onvindbaar? Koop zaadjes en plant het in je tuin!