Berberé is een kruidenmengsel uit de keukens van Ethiopië en Eritrea. De naam betekent ‘pittig’ en dat is het meestal ook. Het wordt gebruikt in stoofpotten, soepen en sauzen. Het laat zich ook goed combineren met peulvruchten, zoete aardappel, pompoen, koolsoorten en seitan. Berberé bevat een aantal ‘warme’ specerijen - zoals kaneel, gember en peper - die bij ons nogal eens in wintergerechten worden gebruikt. Het is dan ook een prima ingrediënt voor winterse schotels: terwijl je je handen warmt aan een kom hete pompoensoep verwarmen de specerijen je van binnenuit.
Soms beland ik tijdens de vakantie in een omgeving waar een grote Ethiopische en/of Eritrese gemeenschap is en meestal wordt daar wel een meer authentieke berberé verkocht dan hier. Natuurlijk kan ik dat niet weerstaan en gaat er een zakje mee naar huis als souvenir.
Net als in het geval van bijvoorbeeld erwtensoep, gehaktkruiden of kerriepoeder zijn er bijna net zoveel verschillende recepten als er koks zijn. Ook de mengsels die je in de winkel koopt, kunnen nogal verschillen. Om niet onaangenaam verrast te worden door een té pittig mengsel is het verstandig om voor gebruik een beetje op het puntje van je tong te proeven. Op basis van deze ervaring kan je de hoeveelheid die je in de pan doet bepalen. Als je je eigen berberé maakt, heb je zelf in de hand hoe pittig het wordt.
Hieronder vind je mijn variant, gebaseerd op een combinatie van internet, kookboeken en mijn persoonlijke smaak. Het recept is zeker niet authentiek: in meer traditionele recepten kom ik ingrediënten tegen die ik niet ken en waarvan ik geen idee heb waar ik ze zou moeten kopen, zoals korarima of timiz (Kaapse lange peper)
Als je niet zo van pittig eten houdt, wees dan voorzichtig met de gedroogde chili's. Het is tenslotte makkelijker om later meer toe te voegen dan ze er uit te halen. Berberé uit de winkel die te scherp blijkt kan je aanvullen met specerijen uit het recept hieronder. Je maakt op die manier je eigen persoonlijke mengsel.
Voor 1 potje of blikje
5 gedroogde chilipepers
10 korrels zwarte peper
1 tl fenegriek
2 tl gemberpoeder
2 tl korianderzaad of korianderpoeder (ketoembar)
1 tl komijnzaad (djinten)
½ tl kaneelpoeder
3 kruidnagels
6 kardemompeulen
4 pimentbessen
3 el gerookt paprika
½ tl kurkuma
- Haal de zaden uit de kardemompeulen en rooster ze met het fenegriekzaad, korianderzaad, komijnzaad, kruidnagels en chilipepers in een droge koekenpan op halfhoog vuur. Hou het mengsel in de pan in beweging, zodat het niet aanbrandt. Haal het van het vuur zodra het licht gekleurd is en laat het afkoelen.
- Doe de geroosterde specerijen in de kom van een vijzel, samen met de rest van de specerijen, en maal tot een fijn poeder.
Doe de berberé in een potje of blikje en bewaar het luchtdicht en donker.