De geur van kastanjes vult mijn kamer. Geweldig hoeveel lekkere dingen we dit weekend weer vonden buiten. De herfst is aangebroken. Gastredacteur Marij zoekt de bossen af op zoek naar eetbaar lekkers.
Ik heb de kastanjes net gepeld en nu kook ik ze tot ze gaar zijn. En dan vries ik ze in. Ik wilde er kastanjemeel van maken, maar die hele droog-procedure lijkt me overbodig. Als ik de kastanjes over een tijdje uit de diepvries haal, maak ik er met de keukenmachine puree van. Die kan ik prima verwerken in brood of cake.
Vanmiddag bekleedde ik mijn pistoletje met wat blaadjes veldzuring, een toefje kleine veldkers en een paar strengen vogelmuur. Het broodje zag er prachtig uit en werd drie keer smakelijker dan met normaal beleg. Kleine veldkers en vogelmuur schijn je overigens nog lange tijd buiten te kunnen vinden. Als je eenmaal weet hoe ze eruit zien, ontwaar je ze overal.
Nog een groente die je haast het hele jaar kan vinden, is de brandnetel. Nee, nee, niet voor brandnetelsoep –iets wat elke voorbijganger vraagt als hij je ziet plukken- maar wel gesmoord, met een beetje crème fraîche, peper, zout, nootmuskaat, komijn, wat chilipeper en geraspte Emmentaler. Je hebt met tuinhandschoenen aan al gauw een grote zak jonge topjes verzameld. Zo´n grote zak is ook wel nodig, want hij slinkt enorm.
Ook lekker door de brandnetel: gebakken uien, knoflook, geraspte gemberwortel, vers gevonden parelstuifzwammen en een kleine reuze parasolzwam. Maar als je geen zin heb in het uitgezoek van al die zwammen (je hebt minimaal drie boeken nodig om zeker te zijn), koop je toch gewoon kastanjechampignons in de winkel. Lekker op een nestje zelfgedraaide pasta.
Dit is hoe de vroege herfst smaakt.
Marij berichtte al eerder over haar zoektocht naar eten in de natuur. Een verslag over haar lentepicknick vind je hier.
