Je kan weer stemmen voor het Gouden Windei, de jaarlijkse verkiezing van de organisatie Foodwatch waarbij het publiek kan beslissen over het meest misleidende product van het jaar. Meestal gaat het om producten met een mooi verhaaltje of een speciale belofte die uiteindelijk voor geen ene meter blijkt te kloppen. Deze actie is van groot maatschappelijk nut, want zo worden producenten ontmaskerd en consumenten wijzer gemaakt. Maar natuurlijk belandt niet elk misleidend product in deze wedstrijd. Ik vond het tijd om ook eens kritisch naar de vleesvervangers te kijken, om te beginnen in mijn lokale supermarkt. Mijn merkwaardige relaas lees je hier.
Sinds een paar maanden promoot het vleeswarenbedijf Aoste volop een nieuwe vleesvervanger voor op brood: omeletplakjes. Ze hebben 2 varianten: Italiaans en natuur. Uit nieuwsgierigheid heb ik de Italiaanse variant gekocht. Voor een verpakking van 80 gram, met 4 plakjes, betaalde ik maar liefst € 2,39. Dit is een behoorlijk bedrag voor 4 plakjes broodbeleg.
De smaak van de omelet is niet heel slecht, maar ook niet die van een vers gebakken omelet. Vooral de structuur is anders: het is niet het sponsachtige dat ik van een omelet verwacht, maar eerder het elastische van vegetarische boterhamworst. Je proeft simpelweg dat het een industrieel product is. Tot hier is nog alles min of meer goed. Hierna begonnen de vragen pas te rijzen.
De eieren zijn afkomstig van kippen met vrije uitloop en dat staat duidelijk op de verpakking. In de lange ingrediëntenlijst staat ook kaas. En deze kaas bevat stremsel. Of het dierlijk of microbieel is staat er niet bij, daarom vermoed ik het eerste. Ik had het kunnen navragen bij de fabrikant, maar ik vind dat dit op de verpakking al duidelijk aangegeven moet staan. Het product staat bij het vegetarische broodbeleg en wordt aangeprezen als "100% veggie", en dan moet je maar raden naar het stremsel. Dit lijkt meer op boerenbedrog dan op boerenomelet.
Dierlijk stremsel is nu eenmaal niet vegetarisch. Ik weet ook wel dat veel mensen niet erg strikt zijn met stremsel, maar wanneer een fabrikant een produkt verkoopt, dan dient het wél duidelijk te zijn. Albert Heijn en de Franse diepvriesketen Picard bijvoorbeeld maken het onderscheid wel degelijk. In tegenstelling tot hun boterhamworst heeft de omelet geen officieel vegetarisch label, maar de groentepaté met butternut van hetzelfde merk ook niet. Volgens de ingrediëntenlijst is deze puur plantaardig - en, eerlijk is eerlijk, ook erg lekker. Er valt dus geen touw aan vast te knopen. Mijns inziens willen ze vooral een product dat een goed gevoel geeft verkopen aan flexitariërs en aspirant-flexitarïers. Deze groep is trouwens veel groter en lucratiever dan de strikte vegetariërs - die nog steeds maar zo'n vijf procent van de bevolking uitmaken.
Tot slot vraag ik me ook nog af wat een omelet doet naast het vegetarische broodbeleg. Dit product zou eerder bij de zuivelafdeling horen. Het draait hier volgens mij om pure product placement, opgelegd door de producent. Maar wanneer je bedenkt dat hun boterhamworst ook 38% kippeneiwit bevat, wordt het idee van vleesvervanger voor op brood nog wat waziger Ik pleit er niet voor dat alles meteen veganistisch moet worden, maar wanneer jouw vleesvervanger vooral ei blijkt te bevatten is het ook een beetje onzinnig. Dit is trouwens niet enkel zo bij Aoste: tal van andere merken vegetarische boterhamworst en aanverwanten bevatten evenveel ei.
De stucturele onduidelijkheid blijft helaas niet beperkt tot dit ene product, tot dit ene merk. Supermarkt Delhaize heeft onlangs een nieuw gamma vleesvervangers gelanceerd onder de naam Plant-Based. Normaal gezien staat plant-based synoniem voor puur plantaardig, maar niet bij Delhaize. Wellicht is deze term niet wettelijk beschermd, dus kunnen ze ermee doen wat ze willen. Een aantal vleesvervangers uit het gamma is wel vegan en dat staat dan ook netjes op de verpakking, dat dan weer wel. De stremselvraag stelt zich hier echter helaas ook weer bij de niet-plantaardige producten. Geen duidelijke aanwijzingen op de verpakking, dus je hebt er opnieuw het raden naar. Ik voel me teruggeworpen naar de jaren 1990, toen ik letterlijk altijd de ingrediëntenlijst moest lezen voordat ik iets kocht en dan soms nog extra de e-nummers moest opzoeken.
Wanneer ik iets koop, wil ik duidelijkheid, maar hier zit ik alleen maar met meer vragen. Ik kan deze vragen stellen aan de producent, maar eigenlijk zou dit niet nodig moeten zijn. Ik ga niet oproepen tot een boycot van vleesvervangers, wel ga ik vragen om niet alles voor zoete koek te slikken en een beetje kritisch te zijn voordat je beslist of je iets in het winkelmandje legt of niet. Vegetarische producten worden tenslotte doorgaans op de markt gebracht om winst te maken, niet uit pure naastenliefde. Met winst maken is op zich niets mis, maar we mogen dan wel volledige duidelijkheid over het product blijven eisen.