Gisteren gistflensjes. Hiertoe eerst halfvolle melk, tarwebloem en -meel, gist, wat bouillonpoeder en enige specerijen waaronder komijn, garam masala en koriander, door elkaar geroerd en laten rijzen. Inmiddels een puree klaargemaakt van kort gekookte flespompoen, met wat bouillonpoeder en weerom specerijenmengsel; flink wat fijngehakte peterselie erdoor. Dit geroerd door het gegiste deeg. Twee eieren erdoor geroerd. Een helft nu gemengd met meer meel en laten rijzen in een kleine ingeoliede rechthoekige bakvorm en na verder rijzen 40 min in de oven bij ongeveer 180 graden C.
De andere helft gebakken als flensjes. Die aten we met sperzieboontjes, zelfgemaakte acar (nou ja, wortel/paprika/courgette/salieblad/rozemarijntakje een tijd in azijn/suiker/zout na even blancheren in dit mengsel en bewaard in afgesloten glazen pot) en een slaatje van bladsla en yacon (een knolgewas) en een linzengumbo (met kokos, paprika, wortel/ ui en passende specerijen).
Vandaag eten we dat broodachtige baksel met gewokte witlof en meer.