Uit het kookboek Italiaans vegetarisch van Loes Janssen wou ik de oortjes (orecchiette) maken, in oorsprong met raapstelen. Die zijn enkel in de lente te vinden, en dan nog, dus zocht ik spinazie. Dit werd jonge spinazie omdat ik geen gewone vond, maar het voordeel was dat die niet moest koken en dat ik hem zo bij de gekookte pasta kon gooien, waar hij zeer weinig tijd nodig had. (Je kan jonge spinazie ook gewoon rauw in sla eten.) De pasta waren geen oortjes, die ik niet gevonden had, maar penne rigate. De basis was gebakken knoflook met broodkruim. Hierbij werd het meebakken van een rood pepertje voorgeschreven, maar ik voegde er gewoon chilipoeder bij, wat een pikante, hartige smaak gaf. De jonge spinazie smaakte vers en lekker, een ontdekking.
Het was dus, op zijn minst, een aangepast gerecht.