Nee hoor, dat is geen grote moeite (en ik bied het toch aan?
).
Intensieve zoetstoffen (= non-calorische zoetstoffen)
- Aspartaam: bezit 200 keer de zoetkracht van suiker. In de vorm van strooizoet of tabletvorm; geeft een uitstekende smaak, is goed oplosbaar, maar verliest een deel van zijn zoetkracht bij meer dan twintig minuten verhitten boven 180 graden C, dus het kan best op het eind van de bereiding worden toegevoegd.
- Saccharine (300-500 keer de zoetkracht van suiker) en cyclamaat (30 keer de zoetkracht van suiker): strooizoet, tabletvorm of vloeibaar. Saccharine kan een bittere nasmaak geven. Beiden zijn bestand tegen verhitting.
- Acesulfaam-K (200 keer de zoetkracht van suiker) en neohesperidine zijn eveneens energievrije zoetstoffen die gebruikt worden in de levensmiddelenindustrie voor ehet zoeten van een aantal levensmiddelen, meestal in combinatie met andere zoetstoffen. Acesulfaam-K is hittebestand tot ong. 220 graden C
Bakbestendige zoetstof is een mengsel van acesulfaam-K, aspartaam en maltodextrine (= afbraakproduct van zetmeel).
Intensieve zoetstoffen onder de vorm van strooizoet zijn meestal een mengsel van energievrije zoetstof met maltodextrine. Ze hebben als voordeel dat ze qua smaak en volume vergelijkbaar zijn met gewone suikder (dus 1 eetlepel strooizoet is even zoet als 1 eetlepel suiker).
Op de verpakking staat de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI). Deze wordt bij volwassenen bijna nooit overschreden, aangezien er een veel kleinere hoeveelheid volstaat voor het zoeten van gerechten. Bij kinderen moet men wel opletten.