Het is ondertussen alweer een maand geleden dat de man en ik in Parijs waren, een korte, compacte vakantie waarin we genoten van het goede leven. Vegetarisch eten was makkelijker dan verwacht, Parijs verschilt daarin erg van alle andere plekken in Frankrijk waar ik tot nu toe geweest ben. We hadden bewust geen ontbijt in het hotel genomen, veel te leuk om elke dag een ander tentje binnen te stappen voor koffie met gebak of een broodje.
Na aankomst op Paris Nord zijn we naar het hotel (ergens aan de andere kant van de Seine) gewandeld en hebben onderweg bij een filiaal van boulangerie en patisserie Paul koffie gedronken, ik met een heerlijke chocolade millefueille en de man met een groot stuk zwarte bessentaart. 's Avonds aten we Libanese mezzes bij La Loubnane, dicht bij het hotel en volgens diverse bronnen een aanrader. We werden niet teleurgesteld, ruime keus in vegetarische mezzes, attente en erg vriendelijke bediening en nog nooit zo goed Libanees gegeten!
De volgende dag, ontbeten we bij La Petite Place, in de buurt van het Musée Picasso met koffie, een paar stukken goed volkorenstokbrood en een smeuïg roerei. Natuurlijk was het museum niet open, het was tenslotte maandag en dan zijn veel musea in het buitenland niet open. Dat vergeten we elke keer weer.
In plaats van Picasso kijken zijn we gaan wandelen en hebben we de gehavende Notre Dame gezien (en geroken!). Als brandstof tijdens het wandelen hebben we bij Open Café een lekkere cocktail gedronken. 's Avonds kwamen we bij een Vietnamees terecht, Le Saigon d'Antan, waar ik begon met goed gevulde rauwe loempiaatjes en als hoofdgerecht een papayasalade had. Alles knapperig vers en erg lekker. Erbij dronk ik een potje jasmijnthee. De man begon met gebakken loempiaatjes waar hij heel tevreden over was. Dat was hij ook over zijn hoofdgerecht maar ik weet niet meer wat dat was.
Dinsdag ontbeten we in een onooglijk tentje vlak bij het hotel. De koffie was prima en de perentaart bijzonder feestelijk. Toen zagen we alsnog een mooie collectie Picasso's, hoewel het museum maar deels toegankelijk was vanwege de inrichting van een nieuwe tentoonstelling over twee van de drie étages. Ach, blijft er wat om terug voor te gaan. Na Picasso hebben we nog uren rondgewandeld, ondanks kou en nattigheid liepen we gemiddeld 18 km per dag. Het avondeten was een falafelrol bij één van de vele falafeltentjes, erbij een huisgemaakte lemonade. Daarna liepen we weer verder en voor we naar het hotel terug gingen dronken we nog een cocktail bij Le Ju en genoten we van de sfeer in Le Marais.
Woensdag was voor mij de beste dag van ons verblijf in Parijs. Onderweg naar het Musée Rodin liepen we langs het voormalig huis van Serge Gainsbourg, wat ik nou eindelijk eens gezien wilde hebben, ik ben al heel lang liefhebber van zijn muziek. We ontbeten in de buurt, koffie en een lekker stokbroodje met een fijn rauwmelks kaasje.
We waren al eerder in het voormalig woonhuis/atelier van Rodin en ik hoop er nog vaker terug te komen, de werken die er te zien zijn zijn prachtig en intens. Naast de indrukwekkende en ontroerende werken van Rodin zelf vind je er zijn verzameling stukken uit het oude Egypte, Griekenland en Rome, zijn verzameling werk van tijdgenoten (waaronder Van Gogh) en een kamer vol beelden van Claudel (die wat mij betreft niet onderdoen voor de werken van Rodin). Daarna moest ik bijkomen en al die indrukken verwerken, dat gebeurde met crêpes en warme gekruide wijn (een soort gluhwein maar dan sterker).
Omdat de cocktails lekker waren, de sfeer ons goed bevallen was en er leuke vegetarische opties op de kaart stonden zijn we die avond teruggegaan naar Le Ju. Er stond vegetarische uiensoep op de kaart, iets wat ik nooit eerder in Frankrijk tegenkwam, dus die moest geproefd worden. Het was een voortreffelijke soep en een leerzame ervaring: volgende keer is mijn zelfgemaakte uiensoep nóg lekkerder dan voorheen! Daarna at ik een Ju-burger (een portobello op een broodje, aangekleed met gegrilde aubergine, geitenkaas, en honing mosterdsaus en vergezeld van salade en gefrituurde aardappelpartjes) en de man had een vegetarische bò bún (een Vietnamese noedelsalade). Alles was lekker en ging schoon op, we hadden geen van beide nog ruimte voor een dessert maar daar waren we aan gewend, dat gebeurde elke avond.
Donderdag was de laatste dag, gelukkig hadden we de tijd, onze trein vertrok pas aan het einde van de middag. De koffertjes lieten we in het hotel en we maakten nog een laatste wandeling met ontbijt, koffie met een zoet broodje. We kochten een paar schattige zwart wit geblokte espressokopjes, ik schafte me nog een paar schoenen aan en we sloegen wat Franse kaasjes in om thuis nog een klein feestje te kunnen bouwen. Tenslotte dronken we in het voetgangersgebied rond Les Halles nog een keer koffie, ditmaal met een stevig belegd broodje (met kaas, tapenade en champignons) als voorbereiding op de aanstaande treinreis. Ook namen we hier nog een salade mee voor onderweg, sla met gegrilde groenten, een gekookt eitje en cashewnoten.
Op het Gare du Nord kocht ik vlak voor vertrek nog een croissant, ik had me van te voren verheugd op een echte Franse croissant en realiseerde me dat ik er nog niet één gegeten had in Parijs. Ik werd niet teleurgesteld!
In vijf dagen Parijs kostte het ons geen enkele moeite onze vegetarische honger te stillen, alles wat we aten was op z’n minst gewoon lekker en sommige dingen waren spectaculair. La Loubnane, Le Saigon d'Antan en Le Ju zijn wat mij betreft echte aanraders, voor koffie met gebak kan je overal terecht en als het winter is kan je je op veel plaatsen opwarmen aan warme gekruide wijn. De bediening was overal goed, bij La Loubnane super vriendelijk en bij Le Ju vooral heel vrolijk, wij hebben nergens te maken gehad met de Parijse (horeca)lompheid waarover je nogal eens hoort.