Van de week heb ik risotto met schorseneren gemaakt.
De schorseneren na het minder leuke schilklusje (in water met azijn) in stukjes van 1,5 cm snijden en gaar koken. Ondertussen (het koken dan, want onder het schillen heb je je handen wel vol) risotto maken met een of twee sjalotjes, glaasje witte wijn en bouillon van een goed vegetarisch blokje. Ik had er ook een paar zongedroogde tomaatjes in dunne reepjes geknipt in mee laten koken. Als het bijna klaar is drie lepels diepvrieserwtjes erbij en mee laten koken.
Tijdens het risotto koken wel eens in de schorseneren prikken, want ze zijn waarschijnlijk eerder gaar dan dat de risotto klaar is.
Als de risotto goed is (proeven!) twee eetlepels parmezaanse een eetlepel pecorino, versgemalen peper en de gare schorsenerenschijfjes erdoor roeren en even door laten warmen.
Het was erg goed te eten!