Een poosje geleden heb ik een lading
champignonbitterballen gemaakt. Met de in het recept aangegeven hoeveelheden heb ik eerder 35 dan 25 (relatief kleine) balletjes weten te maken. En wel zonder ei: bij gebrek aan ei heb ik een papje gemaakt van water en bloem, op smaak gebracht met wat zout, nootmuskaat, paprikapoeder en kurkuma. De balletjes eerst door het paneermeel (plakt prima), dan door het papje en dan nog eens door het paneermeel (daar blijft belachelijk veel paneermeel aan plakken). Vervolgens ingevroren.
Vanavond had ik tegelijkertijd lekkere trek en zin om te kijken of het experimentje was gelukt: drie (ja, slechts drie) bitterballetjes in een klein pannetje gefrituurd. Wow, dat zijn lekkere bitterballen geworden! Knapperige mantel, lekker smeuïg van binnen, stevige champignonsmaak. Die kan ik binnenkort met een gerust hart tijdens een feestje of zo serveren.