Het stinkt inderdaad, maar het is het waard
dat geldt wat mij betreft ook voor petehbonen. Die bak ik mee met de andere groenten als ik nasi goreng met sateh en pindasaus maak. Ook lekker in gado gado, dus ook weer in combinatie met pindasaus. En natuurlijk als extra smaakmaker in de sajur lodeh. In alle drie de gevallen gebruik ik maar een kleine hoeveelheid boontjes omdat ze snel aanwezig zijn in een gerecht.
Ook lekker en in een grotere hoeveelheid: uien tot bruin en zacht bakken, (niet al te zoete) tomaat in stukjes mee zacht laten worden, boontjes erbij en onderzetten in een mengsel van half water en half ketjap manis en de boontjes daarin laten sudderen tot het vocht helemaal is ingedikt.
En tenslotte is het een onmisbaar ingrediënt in mijn lievelingssambal:
sambal peteh
• 3 eetlepels zonnebloemolie
• Halve ui, fijngesnipperd
• 2 teentjes knoflook, fijngesnipperd
• 100 gram peteh bonen, gehalveerd
• 350 gram sambal oelek
• 2 blaadjes salam
• 2 blaadjes djeroek poeroet
• klein stukje laos of twee theelepels laospoeder
• 2 theelepels suiker
• wat zout
• 1 eetlepel tamarindepasta
Bereiding:
1. Verwarm de wok op hoog vuur tot deze goed heet is.
2. Doe de olie in de pan en fruit hierin de ui, knoflook, blaadjes, laos, suiker en zout tot geurig. Uien glazig maar niet bruin.
3. sambal en tamarinde toevoegen, goed doorroeren.
4. petehbonen toevoegen en een minuut of 5 laten pruttelen
5. Zet het vuur uit en laat de sambal in de wok afkoelen en verwijder blaadjes en laos.
6. bewaren in een goed gesteriliseerde, goed afgesloten pot in de koelkast,
Is ongeveer een maand houdbaar.