Naar mijn gevoel leef ik niet volgens principes en ik denk niet aan dier en milieu tijdens het boodschappen doen, behalve als ik (in uitzonderlijke gevallen) een of ander kant-en-klaar product of een zakje saus koop, waarbij ik de ingrediëntenlijst doorneem. Ik controleer dan of er geen dierlijke producten inzitten, zoals ieder ander mens een zak appel voor aanschaf zal controleren op rotte plekken of schimmel. Zoals de vleeseter tijdens het bezoek aan een in een rouwkamer opgebaard familielid niet denkt aan barbecuen, denk ik niet aan dieren als ik aan het koken ben. Daar ben ik niet mee bezig.
Ik merk pas wat van mijn eigen 'principes' als ik met vleeseters aan tafel moet. Dan wordt ik heel passief door actief te bedanken voor de uitnodiging om aan te schuiven. En dat met (naar mijn idee) ongeveer hetzelfde gevoel als dat de vleeseter heeft als hem wordt gevraagd toeschouwer te zijn bij een offerritueel, een stierengevecht of een ter-dood-veroordeling in een buitenlandse gevangenis.