Wat sneu voor hem, Gwen. En wat ontzettend naar voor jou ook. Teamsporten zijn altijd een moeilijk iets voor kinderen met een autismespectrumstoornis omdat het een enorm beroep doet op zaken die zo moeilijk voor hen zijn: ontzettend veel prikkels van schreeuwende teamgenoten, schreeuwende trainers, schreeuwende ouders langs de kant, schreeuwende tegenstanders. En dan doet het ook nog een aardig beroep op je sociale vaardigheden. Waarom zou je je zomaar laten uitschelden door een tegenstander? Of voor je schenen laten schoppen? Moeilijk. Hij is zeker met geen mogelijkheid te bewegen tot het zoeken van een andere sport?
J. voetbalt wel, maar alleen met z'n vriendje en kinderen die hij kent. Qua clubs heeft hij gelukkig uit zichzelf gekozen voor atletiek, wat toch veel meer individueel is. Ook dat gaat niet altijd zonder problemen, hoor. Zeker niet als ze aan het eind van de training onoverzichtelijke, trefbal-achtige spelletjes gaan doen. Daarnaast schaakt ie bij een clubje en dat gaat best redelijk goed tegenwoordig. Hij verliest gelukkig weinig, want dat is nog wel een puntje. Schaatsen gaat ook prima. Lessen in een grotere groep werkt voor hem niet - dan is ie alleen maar bezig met andere kinderen; hoe die hem snijden of pesten e.d. - daarom kiezen we meestal eens per seizoen voor een week lang individuele lessen. En dat gaat erg goed. Heel positieve ervaringen met de instructeurs.