Nasi = witte rijst
Nasi Koening = gele rijst, rijst gekookt met sereh, salamblaadjes, kurkuma en kokoskmelk
Toemis raapsteeltjes = was trouwens geen raapsteel maar andijvie, maar pittig geroerbakte andijvie, met oa sambal
Petjel satesaus = sperziebonen, tauge en spitskool met een zelfgemaakte satesaus
Atjar Ketimoen = komkommer in het zuur
Roedjak Manis = vruchtensalade (mango, komkommer, ananas, appel) in ketjapsaus
Cassave kroepoek (niet zelfgemaakt)
Tempeh Kering (zoet-pittige tempeh in kleine reepjes/frietjes, bijna knapperig gebakken)
Kare Telor Benggala (eieren in een pittige saus)
Rissoles (Indonesische pasteitjes met een vulling van wortel, tofu, selderij, nootmuskaat en goela djawa (palmsuiker), gerold in een pannenkoekje en vervolgens gepaneerd en gebakken)
Klapperpudding (stevige pudding van kokosmelk en kokosrasp, gebonden met maizena en eieren, geserveerd met goela djawa-siroop en slagroom)