Dit jaar heb ik een aantal festivals bezocht. In chronologische volgorde:
Op
Where the wild things are waren ze wat vega eten betreft ergens in de vorige eeuw blijven hangen. Er was pizza (wel erg lekkere, maar van die heel dunne die dus in zijn eentje heus geen avondmaaltijd is), en er was patat.
Het ontdekken van de curry-tent gaf me hoop, maar de opties bleken kip met groene curry en kip met rode curry te zijn oid.
Later bleek de crêpe-stand ook hartige crêpes (galettes genoemd) te verkopen, hoezee! Inmiddels dus wel drie warme etenssoorten om uit te kiezen! (Ja, er waren ook broodjes.) Op voldoende groenten moest je duidelijk niet gesteld zijn, want dat kreeg je sowieso niet voor elkaar daar.
Aangezien het in een Center Parcs-park werd georganiseerd, kon je er zogenaamd ook in je huisje koken, maar als je voor de muziek komt, heb je tijdens etenstijd wel wat anders te doen dan anderhalf uur in je huisje gaan zitten, en daarnaast bood het supermarktje aldaar bijzonder weinig op het gebied van groente. Erg teleurstellend allemaal.
Op de derde & laatste dag van het festival waren we wel klaar met de pizza, frites en crêpes en hebben we één van de restaurants op het terrein bezocht. Eén restaurant klonk nog wel aardig maar was wegens het festival niet in bedrijf. Het resto waar wij naartoe zijn gegaan bood een niet-memorabel pastagerecht of iets dergelijks. Binnen te houden, dat zeker, maar verheugend niet echt.
OK conclusie WTWTA: duim omlaag voor het eten. Gelukkig hadden we het zwemparadijs nog.
Best Kept Secret werkte met veel locale cateraars, veel verschillende cateraars, en veel vega, bio, etc. Het was een verademing na WTWTA, zoveel keus! Naast de reguliere pannekoeken en frieten vond je er bijvoorbeeld Buskruid met zijn soepen, verscheidene Aziatische stands, een kaasfondu-bar, couscous, tapas, euhm... er was nog een heleboel meer, maar ik heb het niet allemaal onthouden. Ik heb mijn best gedaan zoveel mogelijk verschillende dingen te proeven, heb dus zo ongeveer het hele festival etend doorgebracht geloof ik, maar nog altijd een hoop dingen moeten laten schieten. Overigens hing er ook ergens een varken aan een spit, en was er een kraam die alleen maar seafood verkocht, dus niet van ieder kraampje zou je per se blij worden, maar het aanbod bij elkaar was absoluut goed.
Conclusie BKS: duim omhoog voor het eten! Jammer van de pubers op de camping.
Wat vond ik ook alweer van het eten op
Haldern festival (Duitsland)? Ehm, dat heb ik eigenlijk niet zo goed onthouden. Nogal doorsnee, neem ik aan, als het zo weinig indruk achterlaat. Op zich zeker genoeg keus om een festival door te komen, maar niet heel erg superbijzonder. Er was frites (Duitse en Nederlandse variant qua kruiden), ik heb geloof ik eens pasta gegeten, en ook pannenkoek ofzo.
Er waren wel fantastisch lekkere smoothies bij de bar naast het hoofdpodium, en ook vond ik het ijscokraampje leuk.
Conclusie Haldern: beetje doorsnee. Daarnaast rookte iedereen er, en was iedereen om acht uur al dronken en vervelend.
Green Man (Wales) is wederom een festival dat local en bio promoot. Enorm divers aanbod! En overal was vega te krijgen. Vega dingest-met-spek als ontbijt (kom, naam even kwijt. soort wentelteefje. met ahornsiroop erop). Een creperie met echte Franse dames achter de bar. Pie minister, waar je allerhande hartige taarten kon kopen. Nog meer stands met woordgrappen die ik stiekem wel leuk vond (zoals Wrapper's delight). Een erg goeie soep-stand. Een vega-burgerstand. Meer pie, allerhande curry, wraps, frites, een bio-schapenijskraam, verzin het en het was er. Er was ook een bar met 66 soorten ale en 33 soorten cider.
Maar ook de elderberryflower-limonadestand was een goeie plek om drinken te halen. Er was geen beginnen aan om alles uit te proberen, maar ondanks dat werd ik er toch intens gelukkig van. Je hoefde er ook nog eens geen festivalmuntjes voor te kopen, en de prijzen waren alleszins billijk te noemen.
Wat ook nog erg leuk was aan dit festival, was dat als je hier tóch niet blij van werd, je gewoon je eigen prakje mee naar binnen mocht nemen. Eten, drinken, zie maar; zolang het niet in glas verpakt was, mocht alles mee het terrein op.
Conclusie Green Man: dit festival heeft mijn hart gestolen.
Into the great wide open heeft wat kwaliteit van het culinaire aanbod betreft wel iets weg van Best Kept Secret, alleen was het totale aanbod aan cateraars wel wat kleiner. Er was onder andere een standje met quinoasalade en ook bietengazpacho (OK OK allebei smaakte het net wat minder lekker dan de naam doet hopen, maar niettemin zeer OK voor festivalfood), en verder, ehm, ik weet niet meer precies wat ik verder heb gegeten. Traditioneel eten wij daar een avond in het lokale jeugdhonk De Bolder, maar dat is eigenlijk weinig verheffend, en de laatste avond in een restaurant, dus niet zo enorm veel op het festivalterrein. Het eten van het festival zelf is wel wat aan de prijs, maar best wel lekker. Ook werd er biologisch ijs verkocht, maar dat verdubbelde gedurende de eerste dag ineens van prijs, wat ik heel suf vond. Oja, bij één van de podia was een nieuw restaurant dat erg lekkere waren aanbood, o.a. knolselderijsoep, linzensoep en lekkere broodjes met kaas en uiencompote, als ik het goed heb onthouden.
Het deurbeleid wisselt overigens per jaar, met dieptepunt in 2011, waarbij je broodjes en appel bij de deur werden geweerd of afgenomen, maar nu weer een goede editie waarin de deurcontrole zeer ontspannen was en je zelfs flesjes water mee mocht nemen.
Conclusie ITGWO: bovengemiddeld. En je krijgt er een eiland bij en Min12.