Niet iedereen heeft kinderen die ook als peuter en kleuter alles willen eten en uitproberen, zoals die van
onze Annemieke. Sterker nog, de meeste kinderen hebben een periode waarin ze onzettend sceptisch zijn tegenover voedsel, vooral bittere en zure groenten. En volgens een deskundige is dat helemaal niet verwonderlijk. Het complete artikel
vind je hier, weliswaar in het Duits. De korte samenvatting:
- zodra kinderen vast voedsel krijgen, en niet meer moedermelk of andere gegarandeerd veilige voeding, krijgen ze het idee dat ze zelf moeten bepalen welk voedsel veilig is en welk voedsel niet (en dat was in de tijd dat men zelf voedsel verzamelde, geen slecht idee)
- zuur en bitter kan onrijp of zelfs giftig betekenen, dus liefst vermijden.
- zoet en vet is altijd raak: ongevaarlijk, lekker, en je kunt weer een tijdje vooruit
- en ook zonder groenten en dergelijke groeien de meeste kinderen als kool
Ervan uitgaande dat niemand zijn kinderen wil vergiftigen, is dit instinct vrij overbodig, maar wel aanwezig (alhoewel mijn lievelingskostje spinazie was). Hoe dat te onderdrukken? "Eet je bordje leeg, anders geen toetje" is nogal contraproductief. Wel effectief: laat kinderen 'spelen' met hun eten. Ga met ze naar de markt, kook samen met ze, en laat ze er tijdens het eten een vrolijke janboel van maken.
Tot zover de theorie. Ik heb geen kinderen
.