Ik had niet één lievelingskostje maar vond heel veel lekker
Ik was een makkelijke eter, nog steeds eigenlijk!
van m'n moeder: bruine bonensoep, erwtensoep, bietjes met ui en appel, gekookte aardappels met spinazie of verse erwten of verse tuinbonen (met bonenkruid), gebakken kaas, aardappelpuree.
van m'n vader: z'n goulash (die me heeft geïnspireerd tot mijn eigen vegaversie), huzarensalade, oliebollen.
van beide: sla met gebakken aardappels en gekookt eitje, gebakken champignons.
van de Chinees: nasi rames, bami met pindasaus
Verder alle fruit (inclusief stoofpeertjes), rabarber, brood met tomaat, pannenkoeken met yoghurt.
Ik hield meer van warm eten dan van brood en als er dan 's winters nog warme havermout of gortepap toe was was ik helemaal blij
Sommige soorten vlees vond ik wel lekker maar in het algemeen boeide vlees me niet zo, idem met vis.
Er was niet veel dat ik niet at, spruitjes ben ik lekker gaan vinden toen ik een jaar of 13 was, witlof vind ik nog steeds niet lekker als het gekookt is en het mondgevoel van snijbonen staat me nog steeds niet aan - tenzij ze zo lang gekookt zijn dat het stugge er af is.
Het niet leegeten van je bord (ook toen ik nog niet zelf op mocht scheppen) was echt not done, ik was dan ook best een stevig kind
Sinds toen zijn er nog veel meer dingen bijgekomen die ik lekker vind, ik heb een hele wereld aan meer exotische producten ontdekt maar kan van bijna al het bovenstaande nog steeds ouderwets genieten.
zo en nu aan de lunch