Het zit voor mij vooral in de woordjes 'niet' en 'geen'. Dit is geformuleerd als iets wat je niet wilt. Datzelfde heb je ook bij geloof. Het woord a-theïst is gebruikt om aan te geven wat je niet gelooft. Terwijl het altijd beter is om te zeggen wat je wel bent. Zo ben ik op het vlak van de levensovertuiging een humanist. Zo geef ik aan met het woord vegetariër dat ik geen dieren eet die voor mij zijn dood gemaakt. Overdreven gezegd: ik zou wel honderden dingen op kunnen noemen die ik ook niet eet. Gras, blaadjes van de bomen, bloembollen, noem maar op. Ik ga mij dan echt niet een grasweigeraar noemen, of in een restaurant zeggen dat ik echt geen bloembollen eet.