Kan iemand iets zeggen over deze studie? Ratings, peer-judgement?
http://www.nvkc.nl/publicaties/documents/2005-3-p163-184.pdfSterk anti-graan en pro-vlees gericht.
Een tekst-uittreksel hieronder beweert dat CAD niet door dierlijk verbruik veroorzaakt wordt
Bovendien is aan de literatuur geen wetenschappelijk
bewijs te ontlenen dat een hoge vetinname
CAD veroorzaakt en onze ureumcyclus loopt
pas vol bij een eiwitinname boven de 35 en% (70).
Jager-verzamelaars als de Groenland-eskimo’s kregen
bijvoorbeeld 96% van hun voeding uit dierlijke materialen
en dat aandeel bedroeg 77% voor de aboriginals
in Australië (71). CAD kwam in deze gemeenschappen
nagenoeg niet voor. Sterker nog, dat
voeding uit de zee CAD voorkòmt, eveneens een
AHA-aanbeveling (72), vindt zijn oorsprong in de
waarneming dat traditioneel etende Groenland-eskimo’s
een opvallend lage mortaliteit aan CAD hebben
(73, 74).
CAD = hart en vaatziekten.
Ook uit bovenstaande tekstOp grond van serologische gegevens wordt geschat
dat de prevalentie van glutenovergevoeligheid maar
liefst 1/150 bedraagt (64). Moleculaire nabootsing
van lichaamseigen structuren door peptiden die ontstaan
bij de vertering van gluten ligt ten grondslag
aan het ontstaan van coeliakie in daarvoor gevoelige
mensen. Dat zijn vooral diegenen met HLA-DQ2
(95% der patiënten) en het daaraan via ‘linkage disequilibrium’
gekoppelde HLA-B8. Het eten van gluten
heeft op deze types mogelijk een selectiedruk uitgeoefend,
want binnen Europa neemt de frequentie van
HLA-B8 af in de richting van het nabije Oosten
(tweestromenland; Mesopotamië). Dit is de regio
waar granen zo'n 10.000 jaar geleden als eerste werden
verbouwd en geconsumeerd (63). Ter vergelijking:
in Nederland wordt de landbouw pas vanaf
5.000 jaar voor Christus bedreven. Vóór de landbouwrevolutie
waren onze voorvaders jager-verzamelaars
en deze zijn doorgaans slank, fit en grotendeels
vrij van de kenmerken en symptomen van chronische
ziekten. Overschakeling naar een voeding die gebaseerd
is op granen ging aanvankelijk ten koste van
zowel de kwantiteit als de kwaliteit van hun leven,
zoals ontleend aan de reductie van lichaamslengte,
kortere levensduur, verhoogde kindersterfte, verhoogde
incidentie van infectieziekten, osteoporose,
osteomalacie, rachitis en tandbederf, en ook van (andere)
ziekten die berusten op deficiënties van vitaminen
en mineralen, waaronder ijzerdeficiëntie. Met het
aannemen van een westerse leefstijl kregen ze te maken
met obesitas, type-2-diabetes, CAD en andere
westerse ziekten (9, 63). Cordain (63) spreekt derhalve
over granen als een ‘zwaard met twee scherpe
kanten’.