Gister was ik in Groningen. Ik was in Groningen en had honger. Ben gaan eten bij Land van KokanjE. Leuk restaurantje. Fijn interieurtje. Een beetje Jugendstilachtig of Art-deco-achtig of whatever. Maar wel mooi. Fijne hoge plafonds, prachtig portret van mij aan de muur (nee hoor, dat was een spiegel waar ik in keek – hoe sleets ook, ik blijf dat grapje maken; ik, paljas).
Land van KokanjE (tja, zo spellen ze het zelf, dat neem ik dan maar over) is geen vegetarisch restaurant, maar ze hebben wel veel vegetarische gerechten. Daarnaast is het zo dat alle vleesgerechten afkomstig zijn van scharreldieren, wat ik ook wel sympathiek vind. (Ik weet wel zo’n scharrelvarken wordt ook de strot afgesneden en dat vind ik helemaal niet sympathiek integendeel maar dat beest heeft in elk geval een redelijk leven gehad. Althans dat zullen we maar voor hem hopen.) Je kunt er ook vis eten en er wordt BD geserveerd. (Wat er onder BD moet worden verstaan, mag je zelf invullen; ìk heb geen flauw benul.)
Als voorgerecht nam ik een dubbele Jack D. met een paar sigaretten. Om in de stemming te komen. En dat lukte aardig. Verdomd leuke meisjes liepen er te serveren. Begin twintig allemaal. Likkebaardend zag ik het aan. Een zo’n snoes had zo’n zwarte stretchbroek aan, je weet wel wat ik bedoel, en daar tekenden haar billen zich wondermooi in af. Mooie, volle billen, rond en bol, maar niet te groot; wat een kontje! Tussen die billen je amuse opgediend krijgen; dat je dan met je tong… Kortom, ik sloeg een beetje door.
Vreemd, want dat gebeurt mij zelden.
Afijn.
Als hoofdgerecht nam ik de <I>noordafrikaanse geitenkaasjes met abrikozen en couscous</I>. Of die kaasjes ook daadwerkelijk uit Marokko waren ingevlogen weet ik niet, maar verdomd lekker waren ze wel in hun krokante jasje zo uit de frituur. Lekker potje rauwkost d’rbij, wel wat vol, hetgeen tot een wat genante vertoning leidde, want toen ik wat groen van dat potje naar mijn bord wilde overhevelen viel er nogal wat naast mijn bord op het blad van de gelakte tafel. Lekker waren ook de gegrilde stukjes courgette die in een ander potje zaten, in het warme groentepotje, so to speak, samen met de kogelvormige worteltjes.
Sigaret. Nog ff naar dat wiegende kontje kijken. Dan naar het plafond en hopen op een verheven gedachte. “Zal ik nu naar de WC gaan of ff wachten tot iemand de tafel komt afruimen en ik naar de dessertkaart vragen kan?”
Toe nam ik Glace a l’orange, welk laatste woord ik met een behoorlijk overdreven neusklank uitsprak. Volgende keer zeg ik doe mij maar dat ijs van bloedsinaasappels met een sausje van grand marnier en nog wat.
Tot slot een kop koffie om de orale slijmerigheid die gepaard gaat met zuivelconsumptie weg te spoelen. Anders smaakt dat laatste sigaretje niet.
Maar het is best te pruimen daar, in Land van KokanjE.