Het hangt er vanaf:
Verlopen houdbaarheidsdatum.
Het verkopen van producten met een verlopen houdbaarheidsdatum is geen overtreding van de Warenwet,
zolang het levensmiddel zijn normale eigenschappen bezit (normaal van kleur, geur, consistentie en smaak, niet
bedorven en geen gevaar voor de gezondheid). Wanneer het levensmiddel na de houdbaarheidsdatum verkocht
2
wordt, is de verkoper verantwoordelijk. De verkoper mag een houdbaarheidsdatum zelfstandig verlengen. Ook
dan is deze verkoper verantwoordelijk voor de kwaliteit van het levensmiddel. De traceerbaarheid moet echter te
allen tijde gegarandeerd zijn. Met andere woorden de verkoper moet terug te traceren zijn als degene die de
houdbaarheidsdatum heeft verlengd.
Wettelijk kan de verkoper een product waarvan de THT-datum is verlopen nog verkopen en eventueel van een
nieuwe THT-datum voorzien, op voorwaarde dat het product nog aan de eisen voldoet. Hij neemt daarmee wel
de verantwoordelijkheid van de producent of verpakker over. Om te kunnen bepalen of een product nog aan de
eisen voldoet, zal een risicoanalyse moeten worden uitgevoerd, overeenkomstig artikel 5 van de Verordening
(EG) nr. 852/2004.
De risicoanalyse moet door de verkoper worden uitgevoerd. Om deze risicoanalyse te vergemakkelijken wordt
onderscheid gemaakt tussen producten die moeten worden gekoeld en producten die ongekoeld kunnen worden
bewaard.
Ongekoelde producten
Voor producten, die ongekoeld kunnen worden bewaard, is de THT-datum voornamelijk gebaseerd op
kwaliteitseisen aan het product. De organoleptische beoordeling is voldoende (kijken, ruiken, proeven). Deze
producten kunnen op eigen verantwoordelijkheid van de detaillist worden verkocht, zonder dat er een verdere
risicoanalyse aan ten grondslag ligt.
Gekoelde producten
Bij producten, die gekoeld moeten worden bewaard, dient de ondernemer de THT-datum als uiterste
verkoopdatum te beschouwen (dus niet alleen melk en melk producten, maar ook andere bederfelijke producten).
In deze situatie betreft het in het algemeen bederfelijke producten, waarin ziekmakende bacteriën ook kunnen
uitgroeien. De THT-datum staat in die situatie niet alleen garant voor de kwaliteitseisen, maar ook voor de
voedselveiligheidseisen.
Indien men dit product met een verlopen THT-datum toch wenst te verkopen, dient er een op basis van
risicoanalyse gebaseerde onderbouwing aanwezig te zijn, waarin de microbiologische
voedselveiligheidsaspecten op adequate wijze zijn getoetst. Een detaillist/horecabedrijf heeft over het algemeen
niet de mogelijkheden om een grondige risicoanalyse te verrichten en kan in deze situatie niet voldoen aan de
genoemde Verordening. De hygiënecodes geven geen instructies voor detaillisten en horeca hoe een dergelijke
risicoanalyse moet worden uitgevoerd, waardoor voor deze producten de conclusie gerechtvaardigd is: THTdatum
= uiterste verkoopdatum.
Uitzondering: gepasteuriseerde melk, melkproducten en eieren.
Op gepasteuriseerde melk en gepasteuriseerde melkproducten (bijvoorbeeld yoghurt) en eieren wordt een
houdbaarheidsdatum vermeld. Verkoop van deze producten na de gestelde houdbaarheidsdatum
is echter wel verboden. Het verlengen van deze datum is ook verboden. Het verkopen van deze producten,
waarvan de THT-datum, is verlopen is een overtreding van de Warenwet.
2. Te gebruiken tot:
In twee gevallen is in plaats van “tenminste houdbaar tot” de vermelding “te gebruiken tot” verplicht:
1. Wanneer de producent op de verpakking voorschrijft dat het levensmiddel tussen de 0ºC en de 6ºC
moet worden bewaard.
2. Wanneer een levensmiddel volgens de producent niet langer houdbaar is dan vijf dagen.
Het gaat hier om levensmiddelen die zeer bederfelijk zijn (zoals vers vlees, verse vis, verse kip, vers gesneden
groente, etc). Een dergelijke datum dient te worden beschouwd als de ‘uiterste consumptiedatum’ waarop het
levensmiddel nog mag worden geconsumeerd.
Wie stelt de uiterste consumptiedatum vast?
Deze datum wordt uitsluitend door de fabrikant vastgesteld en op de voorverpakking aangebracht. Een verkoper
mag deze datum niet verlengen.
3
Hoe wordt de uiterste consumptiedatum aangegeven?
Voor het aanbrengen van de uiterste consumptiedagen gelden dezelfde regels als bij de THT-datum.
Bij de uiterste consumptiedatum moet tevens een aanwijzing omtrent bewaring (maximale
bewaartemperatuur) en gebruik (consumeren binnen een bepaald aantal dagen na aankoop, maar nooit na de
vermelde datum) worden vermeld.
Verlopen uiterste consumptiedatum.
Levensmiddelen met een verlopen uiterste consumptiedatum mogen niet meer worden verkocht. De uiterste
consumptiedatum is dus tevens een ‘uiterste verkoopdatum’, waarbij deze datum dient te
worden gelezen als ‘tot en met’. Het verkopen van levensmiddelen waarvan de ‘te gebruiken tot’ datum is
verstreken, is een overtreding van de Warenwet.